Hoof
© copyright Henny Meijer, internetbewerking: Henk Kersten/Stichting Noviomagus.nl

De “Redder van de Waalbrug” vond de dood.

In Nijmegen en omgeving zijn er twee groepen met een vaste overtuiging.

De eerste is overtuigd dat de 22-jarige student Jan van Hoof maandagmiddag 18 september 1944 tussen 13.30 en 15.00 uur, tijdens een hevige artilleriebeschieting op de brug, waardoor de Duitsers dekking zochten, over het wegdek naar de overkant is geslopen en daar de draden naar de springladingen heeft doorgeknipt.

De tweede groep heeft zoveel onbeantwoorde vragen over deze daad en het stilzwijgen erover door Jan van Hoof zelf in de morgen van 19 september op Hotel Sionshof, aan de Groesbeekseweg (naast de Nebo), verzamelplaats van de verzetstrijders waar kapitein Bestebreurtje zijn hoofdkwartier had.

De eerste groep is onverdraagzaam: iedere kritisch vraag wordt als een aanval op Jan van Hoof ervaren wat als onheus wordt bejegend. (eigen ervaring). Jan van Hoof is blijkbaar voor hen heilig en iedere nuance is blijkbaar ketterij.
Nu is de mening van een individuele geïnteresseerde niet belangrijk, doch onderzoekers moeten nu eenmaal feiten en conclusies weten te scheiden.
Veel is er gepubliceerd over Jan van Hoof. Het is onmogelijk om dit kort samen te vatten. Dit komt omdat er onvoldoende feiten en veel conclusies van anderen over zijn activiteiten de ronde doen. Dat is mede veroorzaakt door Jan zelf, die alleen maar conclusies en geen feiten heeft verteld voordat hij dramatisch sneuvelde op 19 september 1944 bij de ingang van het Kronenburgerpark, aan de Hezelstraat.
Vast staat dat hij betrokken was bij illegaal werk. Zijn installatie bij de Voortrekkers van de R.K. Verkennerij was al een illegale daad omdat de bezetter deze in 1942 had verboden. Jan was lid van de verzetsgroep “Je Maintaindrai” en bracht illegale blaadjes rond. Later met medeleden, die hielpen om militaire inlichtingen te verzamelen, zoals zijn vriend Thijs Mattheus. Zij deden dat toen onder de vlag van de G.D.N. (Geheime Dienst Nederland) en er werden uitsluitend inlichtingen verzameld doch geen verzetsdaden uitgevoerd. De leider hiervan was: “Jules” codenaam voor W.G. Visser. Jan van Hoof heette in het verzet “v.d. Stop” met codenaam Q 204, later gewijzigd in J 52 of in groepsvorm J 55. Een zeldzaam document is bewaard gebleven over de Duitse verdediging van de Waalbrug, Valkhof en Belvedère, waaraan Jan van Hoof had meegewerkt.

Document situatie Valkhof van de G.D.N. Nijmegen, dat naar Londen werd gezonden.

Na thuiskomst op 18 september bleek het huis van de familie van Hoof zwaar getroffen en vond hij gelukkig zijn ouders terug in de kelder van een ander huis in de Museum Kamstraat. Aan verschillende personen, waaronder zijn ouders, heeft hij zich uitgelaten dat de Waalbrug was gered. Hij legde daar veel overtuiging in zijn stem en gebaar. Wat hij niemand vertelde was wat hij precies had gedaan.
De volgende morgen zweeg hij over zijn actie op de brug eveneens, terwijl hij wel uitvoerig details vertelde over de Waalbrug aan de Geallieerden, doch weigerde als gids mee te gaan met een patrouille naar de bruggen. (Blijkbaar vond hij dat hij genoeg had gedaan)
Toch verscheen hij bij het hoofdpostkantoor, waar een Britse patrouille was heen geloodst omdat de informatie van het Verzet dat in dat gebouw het ontstekingsmechanisme voor de verkeersbrug zou zitten serieus werd genomen. De informatie bleek onjuist!
Toen dat niet het geval bleek werd een patrouille wagen naar de spoorbrug gezonden, waarop Jan van Hoof op het laatste moment opsprong omdat hij het café wel wist waarin het ontstekingsmechanisme van de spoorbrug zou zitten. (Achteraf eveneens foute informatie van het Verzet.)

De dood van Jan van Hoof.

Als verkenner (gids) meegegaan met een verkenningsvoertuig, een Humber, zittend op het spatbord, rijdende richting spoorbrug, door de Ziekenstraat, via de Houtstraat en de Lange Hezelstraat. De Humber F195193 werd onder vuur genomen, doch werd gemist. Op de Nieuwe Markt aangekomen opende een Duits 20-mm snelvuurkanon in de voortuin op de hoek van de Lange Hezelstraat en de Kronenburgersingel, het vuur op de verkenningswagen. De Britten beantwoordden dit met een paar vuurstoten van hun mitrailleur. Het mocht niet baten, want de Humber werd getroffen en vloog meteen in brand. Als levende fakkels kropen L/Sgt William T. Berry, Royal Engineers en zijn chauffeur de Guardsman Albert Shaw uit het brandende voertuig en sleepten zich nog over het wegdek van de Hezelstraat, waar ze in elkaar zegen en de geest gaven. Jan van Hoof had het vijandelijke vuur overleefd, maar werd even later toch door toegesnelde Duitsers te pakken genomen. Met zijn handen omhoog namen de Duitsers hem zijn papieren af, trokken de oranje armband van zijn mouw en schopten hem waar ze hem konden raken, terwijl ze “Du Partisan!” schreeuwden. Ten slotte schoot een van de Duitsers hem door het hoofd. (Er meldde zich later een getuige van dit voorval).
De lijken bleven twee dagen liggen, zonder dat iemand ze aanraakte, bij de ingang van het Kronenburgerpark aan de Hezelstraat. De verbrande verkenningwagen stond op de hoek Kronerburgersingel/Hezelstraat tegen een boom. (Getuige: Mw. Ger Bos).

Dagboek van een getuige. (Nationaal Bevrijdingsmuseum Groesbeek.
(Collectie Nationaal Bevrijdingsmuseum Groesbeek 1944-1945)

In het Kronenburgerpark werden vijf lichamen begraven, nadat ze vervoerd werden vanuit Terminus op brancards. Getuige hiervan is Wim Broekmeijer, 17 jaar oud, die aan de schoenen zag dat er ook een burger werd begraven.

1. L/Sgt William T. Berry, Royal Engineers
Herbegraven Jonkerbos met opschrift: overleden 21 september 1944*

2. Guardsman Albert Shaw, 2nd Bat. Grenadier Guards
Herbegraven Jonkerbos met opschrift: overleden 21 september 1944*

3. pfc Corney Ward, 505 PIR Co. F / 82 A.D.
Herbegraven op 14 juli 1945 te Margraten, graf D 19 -28

5. Onbekende Duitse soldaat
Herbegraven te Ysselsteyn-Venray

4. Onbekende burger

De benaming “Redder der Waalbrug” viel pas in het Hoofdkwartier van de B.S. (Binnenlandsche Strijdkrachten) dat pas verplaatst was van “de Bonte Os” naar de St. Annastichting, Groesbeekseweg.
Twee officieren van de Prinses Irene Brigade kwamen de leider van de Nijmeegse B.S. de reserve kapitein J.F.J. Janssen feliciteren namens het Opperbevel voor de geslaagde sabotage aan de Waalbrug. Janssen was stom verbaasd omdat hij hen eerder had laten weten dat sabotage aan de brug onuitvoerbaar was. Ingenieur van Rijn werd ontboden omdat die bezig was geweest om de commandant van het Duitse “Sprengcommando” te overreden, wat mislukt was. Van Rijn, de vroegere leraar natuurkunde van Jan van Hoof, herinnerde zich een bezoek van zijn vroegere leerling, waarin om advies gevraagd werd om de brug te redden. Hij had dat sterk afgeraden. Nu dacht hij hard op “Misschien Jan van Hoof?”. Het gevolg was dat men Jan ging zoeken. Hij was het laatst gezien op een verkenningwagen, die niet was teruggekeerd. Men vond de portemonnee van Jan van Hoof en de getuige van zijn dood en men gaf opdracht het graf van de onbekende te openen. Van Rijn identificeerde zijn oud-leerling. Jan’s lichaam werd herbegraven op Rustoord aan de Postweg. 
Het grafkruis droeg de simpele tekst:

Hier rust Jan van Hoof
Hij stierf voor zijn Vaderland
7 augustus 1922- 19 september 1944

Jan van Hoof werd herbegraven op de R.K. Begraafplaats Daalseweg.

Onthulling monument op graf van Jan van Hoof, Daalseweg.

Ook hier vond Jan van Hoof geen laatste rustplaats. Hij moest wijken voor de bouw van een supermarkt. Voor de 4e maal werd hij begraven nu op de Vredehof aan de Weg door Jonkerbos, tussen verschillende gesneuvelde verzetsstrijders, vak Erehof, graf nummer 14.

Op zijn graf een steen met de tekst:

KONINKRIJK
DER NEDERLANDEN
J.J.L. VAN HOOF
RIDDER M.W.O. 4 KL
LID N.B.S.

7-8-1922
22-9-1944

Op de steen is de overlijdensdatum 22 september fout. In het slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting (OGS) staat de overlijdensdatum wel goed: Nijmegen 19 september 1944.

Lid N.B.S. (Nederlandse Binnenlandsche Strijdkrachten) geeft Jan van Hoof een status als militair.
Hij werd als militair voorgedragen voor een Amerikaanse militaire dapperheidsonderscheiding.
De keus was tussen de “Medal of Merit” of de “Legion of Merit”.
Uiteindelijk werd Jan van Hoof als burger (partizaan) zeer hoog onderscheiden met de “Medal of Freedom with Bronze Palm”, die Generaal Majoor James Gavin op 17 september 1945 aan de ouders van Jan van Hoof overhandigde.
In 1946 ontvingen zijn ouders uit handen van Koningin Wilhelmina op de Grebbeberg het versiersel van de legendarische Militaire Willems-orde (1815), postuum ingeschreven in het register met de mutatie: ”Redder van de Waalbrug”.
De Koning van Groot-Brittannië deed niet onder en onderscheidde Jan van Hoof postuum met de “Commendation for brave conduct”.

Moge hij rusten in Vrede, was een wens die nogal prematuur was.
Zoveel eer gegeven aan een gevallen verzetstrijder creëert altijd een spanningsveld. De onbeantwoorde vragen als dekmantel dienend laaide de discussie op, zelfs buiten Nijmegen. Een Militaire Willems-orde krijgt men immers niet met het “voordeel van de twijfel”.

Er werd door de Regering een commissie ingesteld, “De Commissie Onderzoek inzake de Redding van de Waalbrug te Nijmegen in September 1944”. Deze bestond uit louter gepensioneerde generaals:

- Luitenant-generaal b.d. J.J.G. Baron van Voorst tot Voorst, die tevens de voorzitter was van de Commissie Militaire Onderscheidingen (C.M.O.)
- Luitenant-generaal b.d. W.F. Sillevis
- Luitenant-generaal b.d. J. Zwart
- Reserve–Generaal-majoor b.d. H. Koot, tevens Kanselier der Nederlandse Orden en voorzitter van het Kapittel van de Militaire Willems-orde
- Generaal-majoor tit. b.d. D.A. van Hilten, de enige historicus in het gezelschap.

Deze onderzoekcommissie kwam op 21 november 1951 met haar uitgebreid eindrapport en aanbevelingen aan de Minister van Oorlog.
Historicus van Hilten was de enige die een voorbehoud had over de sabotage van Jan van Hoof aan de springladingen. Over de bijzondere moed van Jan van Hoof en daarvoor een Militaire Willems-orde bestond unaniem geen verschil van mening.
Het advies aan de Minister van Oorlog was om de mutatie van de Militaire Willems-orde 4e klasse van Koninklijke Besluit van 19 Juli 1946 no. 5, te verbeteren, van “Redder der Waalbrug” in “met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid sabotage aan de springlading van de brug heeft gepleegd” (Koninklijk Besluit van 9 Januari 1952 no. 57).

Er waren meer claims om als “de Redder der Waalbrug” te worden erkend:
Een Nijmeegse veerman claimde dat hij vanuit het water met een lasso en touwladder naar de springladingen was geklommen. Zijn claim kwam niet verder dan de bureaulade van Prins Bernhard.
In 1998 meldde zich een oud-Nijmegenaar dat hij Jan van Hoof had geholpen als 7 jarig kind, vertrouwd met de Duitse brugbemanning, en met een tang draden had doorgeknipt.
Dit wierp echter geen nieuwe feiten in de weegschaal om opnieuw een onderzoek te starten.

Jan van Hoof leeft voort in de verschillende Scoutinggroepen, die zijn naam hebben gekozen. Hij leeft voort op drie verschillende herdenkingsmonumenten, op de brug, in de Hezelstraat en bij het Canisiuscollege, in zijn grafsteen op de Vredehof, in de naam van “het Jan van Hoof-kruis, de reddingsmedailles van de Verkenners/Padvinders en natuurlijk in het Nijmeegse Oorlogsmonument, in de volksmond genoemd “Het Jan van Hoof Monument”. Bij dit monument vinden de Herdenkingen plaats. Om die reden is het een goede zaak om deze herdenkingen tot in lengte van dagen te continueren.

Decoratie van Jan van Hoof, alle postuum toegekend:
Midden Militaire Willems-orde 4e klasse, links Medal of Freedom with Bronze Palm (USA),
Rechts boven laurierblad “Commendation fot Brave Conduct” (GB), rechts onder Herinneringsmedaille Luchtbeschermingsdienst 1940-1945.
(Collectie Nationale Bevrijdingsmuseum Groesbeek 1944-1945)

Het Jan van Hoof-kruis

Jan van Hoof-kruis, onderscheiding voor Moed en de hoogste decoratie van de “Vereniging de Nederlandse Padvinders”, waarvan onderdeel de Vereniging “De Katholieke Verkenners”.
Brons, zilver en goud, waarbij brons de hoogste graad is.

Bladzijde 97 uit “Regels van de Vereniging de Katholieke Verkenners”.

Meer over Jan van Hoof op Noviomagus.nl

naar oorlogspagina

Reactie 1:

Rob Essers, 21-12-2010: Een paar kanttekening bij de gastbijdrage van Henny Meijer...

De mythevorming rond de persoon van Jan van Hoof heeft in de loop der jaren opmerkelijke vormen aangenomen. Generaal-Majoor tit. b.d. D.A. VAN HILTEN, Hoofd van de Krijgsgeschiedkundige Afdeling van de Generale Staf, was een van de eersten die de rol van Jan van Hoof begin 1949 openlijk in twijfel trok.

De commissie onder voorzitterschap van Luitenant-Generaal b.d. J.J.G. BARON VAN VOORST TOT VOORST, kwam op 21 november 1951 onder meer tot de conclusie dat JAN VAN HOOF niet kan worden beschouwd als "de Redder" van de brug (conclusie 8, pagina 23).

De mutatie op grond waarvan bij K.B. van 19 Juli 1946, No. 5, Jan Jozef Lambert VAN HOOF is ingeschreven in de registers van de Kanselarij der Nederlandse Orden als Ridder der 4e klasse der Militaire Willems-Orde zou - volgens de unanieme commissie - het woord "levensgevaar" dienen te vervallen (conclusie 10, pagina 23). Bij Kabinetsrescript d.d. 9 januari 1952, nr. 37, is de citatie in het register gewijzigd in de tekst die de commissie heeft voorgesteld; zie onderscheidingen.nl (Hoof, Jan Jozef Lambert van).

De Gelderlander heeft zich vanaf 1944 opgeworpen als een pleitbezorger voor Jan van Hoof als "de Redder" van de brug. De afwijkende conclusies van de commissie hebben in 1951 en in de jaren daarna de krant niet gehaald. De publicatie van het rapport waarvan de belangrijkste conclusies afbreuk doen aan de heldenstatus van Jan van Hoof, heeft niet plaatsgevonden. Het Jan van Hoof-monument waarvoor de inzameling al in 1945 startte, werd uiteindelijk een Verzetsmonument dat pas op 17 september 1954 werd onthuld, met de tekst:

IN DIT MONUMENT EREN WIJ
ALLEN DIE MET JAN VAN HOOF
IN HET VERZET VIELEN
VOOR DE BEVRIJDING VAN NIJMEGEN
1940 - 1945

Zelfs als Jan van Hoof er op 18 september 1944 in geslaagd is het ontstekingsmiddel buiten werking te stellen, kan hij nog altijd niet worden aangemerkt als "de Redder" van de brug. De Duitsers hebben de sabotage immers bemerkt en waren in de gelegenheid het tot springen brengen van de brug opnieuw te verzekeren. Dat zij op grond van de terzake gegeven bevelen op het beslissende ogenblik niet tot vernieling van de brug overgegaan zijn, is geen verdienste van Jan van Hoof.

overlijdensaktes
Henny Meijer maakt melding van een foutieve datum op de grafsteen van Jan van Hoof op de begraafplaats Vredehof aan de Weg door Jonkerbos in Nijmegen. Deze steen is in september 2009 vervangen door een exemplaar met de juiste datum van overlijden.

De foutieve datum op de grafsteen is een gevolg van het feit dat van het overlijden van Jan Jozef Lambert van Hoof door dezelfde ambtenaar van de burgerlijke stand twee verschillende overlijdens­aktes zijn opgemaakt.

Volgens overlijdensakte nr. 2799 d.d. 20 december 1944 is Jan van Hoof op 22 september 1944 om 10:00 uur overleden. Een agent-rechercheur van politie heeft verklaard daarvan uit eigen wetenschap kennis te dragen. Het zou een goede zaak zijn om deze overlijdensakte alsnog te corrigeren.

Volgens overlijdensakte nr. 2865 d.d. 28 december 1944 is Jan van Hoof op 19 september 1944 om 15:00 uur overleden. In dit geval heeft zijn vader verklaard daarvan uit eigen wetenschap kennis te dragen. Kennelijk was ook zijn vader niet op de hoogte van het juiste tijdstip van overlijden (de commissie schrijft in 1951 dat hij om 17.30 is gesneuveld).

Een ander opmerkelijk gegeven in beide overlijdensaktes is de woonplaats Den Dungen. Op 10 augustus 1943 had Jan van Hoof zich in laten inschrijven als leerling van de M.T.S. in 's-Hertogenbosch en vestigde hij zich - althans op papier - in Den Dungen op nummer C 31 (thans: Hooidonk 4, 5275 HT Den Dungen), waar hij ook zijn distributiebescheiden ontving. Zijn vader beschouwt dit ook na zijn dood als zijn laatste adres.
Het huis in staat er nog; zie Google Maps

Zie ook oorlogsdodennijmegen.nl

Reactie 2:

Rob Essers, 10-12-2013: Van overlijdensakte nr. 2865 d.d. 28 december 1944 bestaat nog een tweede exemplaar! Alle aktes werden in tweevoud opgemaakt. Het opmerkelijke feit doet zich voor dat de beide exemplaren verschillen. Op de ene akte nr. 2865 staat "geboren alhier en wonende te Den Dungen" en op de andere akte nr. 2865 staat "geboren en wonende alhier".
De verkeerd geplaatste handtekening op eerstgenoemde akte doet vermoeden dat de ondertekening heeft plaatsgevonden voordat de akte voltooid was. Vanzelfsprekend is slechts één van beide aktes voorgelezen, maar welke?

Reactie 3:

M. van Hoof, 16-04-2014: beide data zijn incorrect, hij stierf 19-9-1944.
Hij woonde in Nijmegen. Het adres in den Dungen was mogelijk om te ontkomen aan opgepakt te worden (ik weet het niet meer precies). Mijn vader was zijn broer, die is gewaarschuwd door getuigen en heeft het lichaam zelf opgehaald en provisorisch begraven.

Ik heb geen idee verder of het hierboven beschreven verhaal klopt. Er werd niet veel over gesproken in ons gezin en mijn vader is intussen overleden. Zal het eens navragen in de familie.
Dat hele gedoe over wel of niet die brug gered vinden de meesten in de familie overigens oninteressant.
Reactie 4:

Rob Essers, 16-04-2014: In beide versies van akte nr. 2865 staat dat hij "op negentien September negentienhonderd vier en veertig te vijftien uren nul minuten in deze gemeente is overleden". Alleen in akte nr. 2799 staat de verkeerde datum. In alle gevallen klopt het tijdstip van overlijden niet.

Om vrijgesteld te worden voor de Arbeitseinsatz had Jan van Hoof zich laten inschrijven als leerling van de M.T.S. in 's-Hertogenbosch. Uit het bevolkingsregister van Den Dungen blijkt dat hij van 10 augustus 1943 tot zijn dood in die gemeente op het adres C 32 woonde.

Ook volgens één van de akten die door zijn vader is ondertekend, woonde hij in Den Dungen. Mogelijk vond de ondertekening van dit ene exemplaar plaats voordat alle gegevens waren ingevuld. Op het exemplaar zonder doorhalingen staat "wonende alhier'.
Reactie 5:

Wim Vegt, 15-09-2014: de Americaan, Corney Ward, zat op de achterbank van de verkenningswagen en kon die blijkbaar niet meer tijdig verlaten, en is daar gestorven.
De Britten die in de het voertuig zaten sneuvelden, de man die aan de rechterkant de wagen verliet lag direct naast het voertuig, de militair die aan de linkerkant de wagen verliet kon vluchten, enkele meters, en viel voor de deur van drogisterij Schot. Jan van Hoof stierf op een plek een tiental meters voor de verkenningswagen.
Ik heb deze situatie gezien op Woensdagmiddag laat, toen ik met mijn vader op straat mocht. De verkenningswagen had aan de zijkant vensters waardoor oa mijn vader en ik het lichaam van een amerikaan konden zien.

Ik herinner het me goed, ik was op dat moment 8 jaar, woonde Lange Hezelstraat 104. Op woensdagmiddag later op de dag mocht ik met mijn vader naar buiten om te kijken, onder het motto "Dat ziet die jongen nooit meer". Die woensdagmiddag zijn we ook nog door de Hezelpoort gegaan en hebben de situatie gezien aan de andere kant van de Hezelpoort. Donderdags gingen we naar het Valkhof--Hunnerpark.
Reactie 6:

Rob Essers, 15-09-2014: Elders op Noviomagus.nl staat een foto van het wrak van de Humber Scout Car No. F195193 op de stoep bij de Veemarkthallen aan de Nieuwe Markt. Stond het wrak op woensdagmiddag 20 september 1944 ook op die locatie?
Reactie 7:

Wim Vegt, 05-10-2014: het voertuig stond op de hoek van de Lange Hezelstraat en de Nwe Markt, hij was hoe dan ook achteruit, tegen de troittoirband tot stilstand gekomen, het was een voertuig waarin plaats was voor 4 personen, naar mijn mening dus niet de gevechtswagen die op die foto bij het hek aan de achterzijde van de veemarkthal stond. De stoffelijke overschotten waren op dat moment nog niet afgevoerd.
Het bewuste moment was op Woensdagmiddag, direct nadat de strijd voor Terminus en de toegang (oprit) tot de spoorbrug was afgelopen, ik neem aan dat op die tijd de Americanen de noordelijke kant van de spoorbrug in bezit hadden genomen. De Humber stond daar op dat tijdstip niet, het veemarktcomplex was in handen van de Duitsers, er was daar een goederendepot gevestigd. o.a. levensmiddelen, de Engelen hadden niet de gelegenheid om daar met een voertuig komen. Naar mijn mening is het daar naderhand geparkeerd, het voertuig waarop Jan van Hoof reed was een kleiner 4 persoon model.
De wagen waarin de Amerikaan zat was naar mijn mening wel in brandgeraakt, maar niet uitgebrand, de Amerikaan was niet verbrand. Zijn kleding was anders dan dat van de beide Britten. De Brit die voor de deur van drogisterij Schot lag, had wel deels verbrande kleding.
Reactie 8:

Peter, 04-10-2015: Hoewel ik de oorlog niet meegemaakt heb, is er een verhaal wat me altijd is bijgebleven.
Een vader van een toenmalige vriend (ik was toen een jaar of 11 in 1968) heeft altijd gezegd dat Jan van Hoof dit onmogelijk gedaan kon hebben omdat hij ten tijde van deze redding bij hem en zijn vrienden was.
De vader van mijn vriend heette Co Schmidt.
Reactie 9:

Clementine van der Staay-Fauser, 28-11-2016: Mijn broer Karel was met Jan van Hoof samen onder de Waalbrug gereden en Jan van Hoof heeft de draden doorgesneden zodat de brug niet opgeblazen kon worden. Toen zijn Jan en Karel op een engelse tank gezeten de Hezelstraat afgereden. Jan stond bovenop de tank te zwaaien: "Wij zijn vrij..." maar is helaas door een duitse sluipschutter die in een van de huizen verschansd zat doodgeschoten.
Mijn broer Karel kan ik het niet meer precies vragen, want hij is overleden. Maar dit is wat Karel verteld heeft.
Reactie 10:

Ben Winnemuller, 09-05-2017: Het lijkt mij logisch dat er na de oorlog onderzoek is gedaan naar informatie onder de Duitse verdedigers van de Waalbrug, te weten:
  1. 10e SS Panzer-Division
  2. SS aufklarungs-Abteilung van het 9e SS Panzer-Division bevelhebber Viktor Grabner
  3. 2e Bataillon SS-panzergrenadier Regiment 19 onder bevel van Karl Heinz Euling.
Ik mis dus in bovenstaand stuk een belangrijke schakel.
Reactie 11:

G.J. Vuyk, 25-02-2019: Tot op zekere hoogte is er onderzoek bij de Duitsers gedaan. Bij het RAN is een handgeschreven verklaring van Rauter die beweert dat de brug van Model niet opgeblazen mocht worden. Rauter schreef dat toen hij in de gevangenis in Scheveningen zat.
Reactie 12:

Marielle Eykemans-Hubers, 17-09-2019: Ik heb met interesse de reacties gelezen over Jan van Hoof en vraag me af of M. van Hoof (reactie 3) Mieke van Hoof is?
Wij woonden naast de Van Hoof familie in de Museum Kamstraat (nummer 62). Naderhand is de familie Dierendonck daar komen wonen, maar als kinderen kwamen we vaak by "oma Hoof" en meneer van Hoof. We hadden een gangetje tussen onze huizen waar we onze fietsen altijd neer zetten.
Reactie 13:

Gert Jan Vuyk, 29-11-2019: Wijlen mijn schoonvader zat in het verzet. Hij had sporadisch contact met Jan van Hoof. Hij omschreef Jan als iemand die te graag sprak over zijn verzetsactiviteiten. Daarom nam mijn schoonvader aan dat Jan zeker over zijn "redding" van de brug gesproken zou hebben toen zij elkaar op 18 en 19 september 1944 troffen op de Sionshof. Mijn schoonvader is gehoord door zowel de Nijmeegse commissie als door de landelijke commissie. In die gesprekken heeft hij duidelijk verklaard waarom hij aannam dat de brug niet gered is door Van Hoof.

Het onderzoek door Nijmegen is te vinden in het RAN, Commissie Documentatie Bevrijding Nijmegen (80) inventaris nummer 190 en 450. NB dit archief is lange tijd niet in te zien ivm digitalisering
Landelijk onderzoek ligt bij Nationaal Archief Den Haag. Mag niet gekopieerd worden, wel overgeschreven.
Reactie 14:

Harry Hüsken, 23-05-2022: Geacht web redactie van Noviomagus,
 
Gaarne wil ik reageren op diverse reacties welke betrekking hebben op de overlijdensakten van slachtoffers tijdens het bombardement van 22 februari 1944 en de bevrijding van Nijmegen gedurende de periode 17 september - 22 september 1944.
 
Met name: Rob Essers, 01-02-2022: "Overlijdensakte nr. 2667 is een van de 80 aktes (nrs. 2746 t/m 2825) d.d. 20 december 1944 waarin agent-rechercheur Franciscus Johannes Husken verklaart, "daarvan uit eigen wetenschap kennisdragende", dat de daarin vermelde persoon is overleden. In 2013 heb ik nader onderzoek gedaan naar zijn verklaringen die niet geheel betrouwbaar blijken te zijn".
 
Als zoon van Franciscus Johannes Husken kan ik u het volgende mededelen over zijn aangiftes na 22 februari en 17-22 september 1944.
 
In de periode na 22 februari 1944 heeft mijn vader samen met Dr. Kranendonk de schouw en de identificatie moeten uitvoeren van vele slachtoffers. Hierbij zijn zij af moeten gaan op gegevens welke bij hen bekend waren of aan hen waren verstrekt.
 
Hierbij is aangifte gedaan volgens de wet, waar bij een onnatuurlijke dood de aangifte moet worden gedaan door een overheidsdienaar. In dit geval mijn vader.
Als een slachtoffer op 22 februari 1944 is omgekomen en veel later is gevonden, dan kan een juiste uur van overlijden natuurlijk nooit exact worden bepaald en is zijn/haar overlijden aangenomen rond de tijd van het bombardement.
 
Dit is ook het geval geweest bij het overlijden van Jan van Hoof tijdens de bevrijding van Nijmegen: het verschil tussen 19 en 22 september.
 
Essers: "Volgens overlijdensakte nr. 2799 d.d. 20 december 1944 is Jan van Hoof op 22 september 1944 om 10:00 uur overleden. Een agent-rechercheur van politie heeft verklaard daarvan uit eigen wetenschap kennis te dragen. Het zou een goede zaak zijn om deze overlijdensakte alsnog te corrigeren"
 
Ook het overlijden van Jan van Hoof is een onnatuurlijke dood, dus ook hierbij de aangifte door een overheidsdienaar. Ook in dit geval mijn vader.
 
Gaarne wil ik u ook wijzen op akte: Den Dungen 1945 nr. 7 dd. 13 maart 1945 waarin zijn overlijden wordt genoteerd als zijnde 22 september 1944 te Nijmegen.

Hierbij gaat de ambtenaar Burgerlijker Stand der Gemeente Den Dungen uit van de door de Gemeente Nijmegen geregistreerde aangifte van overlijden van Jan van Hoof nr. 2799 (22 september 1944) en niet van de akte van de vader van Jan van Hoof nr. 2865 (19 september 1944).
 
Volgens mijn informatie kan het corrigeren van een DTB akte alleen via de rechter plaatsvinden.
Een eigenmatige correctie zou een ambtsmisdrijf zijn.
 
Met vriendelijke groet,
Harry Husken
Molenhoek
Reactie 15:

Constant Thunnissen, 20-02-2023: ik las dit stuk van Henny Meijer over Jan van Hoof.
Afgezien van zijn heldendom dat hij zijn leven gaf, geeft onderstaand bulletin toch een andere lezing van de redding van de Waalbrug.

Redding van de Waalbrug 21 september 1944 - Jaarboek Numaga 1994, blz. 167
Uit de nieuwsbulletins "de kleine Gelderlander" (na bezwaar van de grote Gelderlander omgedoopt in "De Canisiusbode"):
34
Een der bloedigste episoden uit den kamp om de rivierovergangen was den kamp om de Waalbrug bij Nijmegen. Hier hadden zich de Duitschers genesteld op een wijze dat deze bijna niet uit te stooten was. Het heeft bijna een dag geduurd, dat men hier aan den slag ging. Tot op Donderdag j.l. <21 september> van den commandant het consigne kwam de[n] brug tot iederen prijs en onbeschadigd in handen van de Engelschen en Amerikanen moest vallen. Het bleek een zware opdracht geweest te zijn en aan de uitvoenng ervan hebben twee dappere leden van vrij Nederland, de Heeren Jan Bodewes en J.Thunnissen Jr., op moedige wijze bijgedragen door te verhinderen dat de Duitschers de brug zouden opblazen. Zij wisten de kabel door te snijden. De aanval op de brug werd uitgevoerd door de Engelsche en Amerikaansche keurtroepen, welke de vinnigste SS-soldaten als tegenpartij hadden. Na artillerievuur werden de in diepe betonnen bunkers weggescholen SS-kerels aangevallen. De geallieerde manschappen beslopen de sterke stellingen om Belvedere en op het Valkhof. Op 2 Meter afstand werd op elkaar geschoten zoodat afschuwelijke diepe wonden werden toegebracht. Men ging elkaar te lijf met dolken en messen, waarbij het zoo fel en vreeselijk toeging [waarbij] zelfs zwaar gewonden trachtten den tegenstander te stooten. Het was van den Batavierenweg tot het Valkhof en ver op den toegang der brug een der hevigste gevechten van deze oorlog. Om zeven uur was de brug in handen van de geallieerden.
Redactie: Deze lezing kenden we nog niet. Kennelijk kreeg die geen bekendheid dan wel erkenning.
Ben je familie van de in het stukje genoemde J. Thunnissen Jr.?
Constant: Het zou Joannis Thunnissen (Kekerdom 1889-1979) kunnen zijn. Hij is de zoon van Joannis Thunnissen (1850-1923), de broer van mijn grootvader W.H. Thunnissen (1860-1938). Ik zal nog eens verder vragen in de familie of die er meer van weten.
Reactie 16:

Rob Essers, 19-03-2023: @Harry Hüsken (reactie 14) – Op 20 december 1944 heeft Husken, Franciscus Johannes, van beroep agent-rechercheur van politie, oud 28 jaren in één keer 80 maal maal aangifte gedaan (aktenummers 2746 t/m 2825). Het betreft personen die in de periode 19-09-1944 t/m 10-11-1944 zijn overleden. Hoewel in iedere akte de voorgedrukte formulering "daarvan uit eigen wetenschap kennis dragende" staat, zijn niet alle gegevens even betrouwbaar.

Daarbij gaat het niet alleen om de datum of het tijdstip van overlijden. Als de juiste gegevens ontbreken, kan het tijdstip van lijkvinding worden vermeld. Aanleiding voor mijn onderzoek in 2013 was de overlijdensakte van de 23-jarige Leonarda Peelen die op 8 oktober 1944 zou zijn overleden. Zij was de moeder van Johannes Arens die bij zijn overlijden op 26 december 1947 pas zeven weken oud was...

In het kader van de verbetering van de overlijdensakten deelde de Senior Specialist Burgerzaken van de gemeente Nijmegen mij in een brief d.d. 31 oktober 2014 mee dat de verzoeken door de gemeente waren beoordeeld en doorgestuurd naar de officier van justitie. Alleen met zijn toestemming mogen deze aktes worden aangepast. Voor enkele aktes heeft de officier tevens een verzoek moeten doen bij de rechtbank.

In eerste instantie zijn negen verzoeken gehonoreerd. De aktes zijn voor 1 december 2014 verbeterd of doorgehaald. Voor enkele aktes was aanvullende informatie vereist. Voor het corrigeren van de overlijdensakte van Leonarda Peelen was het noodzakelijk een datum te hebben waarop betrokkene wél is overleden.

De eerste overlijdensakte van Jan van Hoof is niet gecorrigeerd. De reden daarvoor was: "Aktenummer 2799 uit 1944 van, van Hoof, Jan Jozef Lambert, staat reeds als 'foutief' in de registers van de burgerlijke stand. Deze akte is op 28 december 1944 vervangen door aktenummer 2865 uit 1944, de datum van overlijden is 19 september 1944."

Dit argument kan ik niet volgen. Op de scans van de authentieke overlijdensakten van van Hoof, Jan Jozef Lambert die ik onder ogen heb gehad, is niet op een behoorlijke wijze aangegeven dat aktenummer 2799 is vervangen door aktenummer 2865. Bovendien had de woonplaats van de overledene op een van beide exemplaren van aktenummer 2865 gecorrigeerd behoren te worden.

De onjuiste gegevens in het overlijdensregister van de gemeente Den Dungen waren aan mijn aandacht ontsnapt. In de akte d.d. 13 maart 1945 (aktenummer 7) staat de verkeerde datum van overlijden. Dit is een gevolg van de gebrekkige wijze waarop de oorspronkelijke akte is vervangen door een aktenummer 2865 waarvan verschillende versies bestaan. Van administratieve nauwkeurigheid is mijns inziens geen sprake.
REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.