Kappers24

© Herman Stal, digitale bewerking: Henk Kersten/Stichting Noviomagus.nl

Kappers in Nijmegen 24

Kappers en hun wens voor een eigen organisatie

Hiervoor gaan we terug in de geschiedenis. We doen dat met de gegevens die nu voorhanden zijn, het is dus geen sluitend verhaal maar de jaartallen helpen ons.

Gegevens over dit onderwerp vonden we:
- in het Nijmeegse Gemeente Archief met brieven over het gilde van de Chirurgijn, Barbiers en Baders vanaf 1639. Het Barbier- en Chirurgijngilde werd opgeheven op 7 september 1816 op last van Napoleon;
- in het Bodeboekje van de gemeente Nijmegen vanaf 1886;
- in het Provinciaal Geldersch en Nijmeegsche courant vanaf 1835;
- bij oud-kappers uit Nijmegen.

Op 30 oktober 1611 verenigde zich de chirurgijn, barbier en bader in een plaatselijk Gilde. Deze drie beroepen onder schutspatroon van Cosmas en Damianus hadden gezamenlijk meer in te brengen binnen de gemeente dan alleen. Daar werden zaken geregeld waarbij het aantal leden van een gilde vaak de doorslag gaven. Als het gilde wordt verboden onder Napoleon wordt het stil rond de barbier en de chirurgijn.
Maar we starten ons verhaal in 1886 met de oprichting van de "Barbiers Vereniging Afdeling Nijmegen". Het bestuur bestaat uit F. Franck voorzitter, J. Scheerder secretaris en E. Donckelwocke penningmeester. In 1893 heeft het bestuur een heel andere samenstelling, nl. J. W. Van Dijk, W. Van Norden, en T. W. Bieze. Het hoofddoel is de stichting van een zieken- en invalidenfonds, plus solidariteit voor bepalingen als het verbod om 's zondags na 1 uur klanten te scheren.
Het aantal zelfstandige kappers groeit evenals het bedienend personeel. Ook hier gaan er stemmen op om zich te organiseren, in 1901 is het dan zover. Twee jaar later is er reden voor een feestje en met een gezellig diner, in café Burgtpoort. Het bestuur van de bediendenbond is als volgt samengesteld: president B. Langendonk, penningmeester P. M. Matveld en secretaris Jos Muller. Commissaris J. Leenman. In het jaar 1906 op 26 november sluit de plaatselijke vereniging zich aan bij de landelijke bond van de Nederlandsche Barbiers en Kappersbond, opgericht in 1891. Het bestuur wordt dan gevormd door A. Reichling voorzitter, S. Speelpenning 1e secretaris, J. F. Hardeman penningmeester, C. Foks.

Bij het 25 jarig bestaan in 1916 van de Nederlandse Organisatie van de Kappers en Barbiers, schreef men in het herinneringsboek over Nijmegen:

Vroeger was er ook al meer een afdeeling geweest, maar deze ging op de flesch. Dank zij het ijverig volharden van onze collega's Reichling, Speelpennign en Hardeman hield de tegenwoordige afdeling het beter uit. Door hard werken kwam er een verkorting van de Zondagarbeid, negen uur sluiting op de werkdagen en verhooging van de tarieven. 

1896 11 mei. Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant:

Maandag j. l. in hotel Godschalk gehouden vergadering der afdeeling Nijmegen van den Nederlandschen Barbiers en Kappersbond is met algemeene stemmen besloten het tarief voor het scheren in den winkel te bepalen op vijf cents. 

1903 7 juli. Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant:

De Kappersbediendenbond.

Gisteren heeft de Kappersbediendenbond afd. Nijmegen haar 2 jarig feest gevierd met een gezellig diner, gehouden bij den heer van Hezewijk in café Burgtpoort.
In zijn openingsrede herinnerde de president er aan dat de vereniging reeds 2 jaar bestaat.
Het bestuur is thans samengesteld als volgt: president B. Langendonk, penningmeester P. M. Matveld, secretaris Jos Muller, commissaris J. Leenmans.


Foto van bediendenbond St. Cosmas (1930) met: Frits en Carry Eskens, Flip Spoek, Jopie de Haan, Jo Muis, The Moren, Nol Heijmans en van Greveth.

Tussen de beide wereldoorlogen in, zien we het ledenbestand van de afdelingen nog al eens wisselen. Onderlinge afspraken worden niet of nauwelijks nagekomen en de sluitingstijden geven ook al de nodige problemen. Daarnaast is het vaststellen van tarieven een heel probleem, vooral als het gaat over de barbier die naast het scheren ook open stond voor andere handelingen. Dit probleem wil men oplossen door de bedrijven in klasse in te delen en daar het tariefkaartje aan te hangen.

In 1916 hebben de barbiers/kappers nog maar 20 leden dat zich toch hersteld na enkele jaren, want in 1920 is het aantal de 40 gepasseerd. Maar het jojo effect is nog niet over want weer komen er problemen en in 1923 telt de kappersorganisatie nog maar 12 leden.
Maar laten we het tarief verloop eens bekijken. In een volkszaak (2e klasse) moet men voor scheren nog maar 6 cent betalen. Achtereenvolgens loopt dit betrag op tot de prijs in 1920 gesteld is op 15 cent. Ook het tarief in de volkszaak voor haarsnijden is van 10 cent gebracht op 25 cent, voor zelfscheerders is dat 35 cent. De prijs van het scheren is in die zelfde tijd voor 2e en 1e klasse zaken opgelopen van 15 cent naar 25 cent. Het haarsnijden kwam van 20 naar 25 cent en van 40 naar 50 cent voor de 1e klasse zaak. Het is een opgaande lijn en het aantal kappers in die tijd dat zich organiseert loopt ook op. In 1917 komt de zondagsluiting er door behoudens enkele onwilligen. Een jaar later, in november 1918, is de zondagsluiting bekrachtigd door de Hoge Raad. De Hoge Raad gaat zich nu ook bemoeien met de sluiting waardoor van maandag tot vrijdag gewerkt mocht worden tot 20 uur en op zaterdag tot 21 uur. Ook kreeg men een vrij etensuurtje maar de ongeorganiseerde hadden hun eigen regels. De een na de ander viel af en moest er besloten worden dit recht op te heffen.

Ook de bedienden vonden zich onderbetaald en daar kwamen veranderingen uit voort. In 1916 was het salaris opgehoogd van 6 naar 10 gulden in de week. De interne bedienden moesten het doen met de kost en kregen 8 tot 15 gulden per maand betaald. In de 1e klasse zaak ging het salaris van 12 naar 16 gulden per week, bij hoge uitzondering ging men tot 20 gulden.

Na de eerste wereldoorlog zien we een opgaande lijn in onze kappersbranche. Technieken worden verbeterd, tarieven gaan omhoog, er zijn betere afspraken gekomen betreffende vestiging en arbeidstijden. In Amsterdam komen de dameskappers bij elkaar en besluiten tot het oprichten van de groep "Marcel". Deze club wil het vaktechnische peil van de dameskapper naar internationaal niveau brengen. Maar dan komen de jaren vanaf 1930 tot aan de tweede wereldoorlog. We krijgen te maken met werkloosheid, verhoudingsgewijs teveel kappersbedrijven en de neergaande spiraal van de prijsontwikkeling zet zich door. In 1937 is er de vraag om een vestigingswet. Deze komt er na een landelijke actie van gevestigde kappers. Men wil proberen door vestigingseisen de aanwas van de bedrijven te verminderen. Toch blijven de tarieven laag en heel wat werkgevers gaan failliet omdat het bedrijf niet meer rendabel te maken is. Vervolgens zien we in de loop der jaren een splitsing ontstaan tussen dames en herenkapsalons. Maar naast dit gescheiden optreden blijven de gecombineerde salons toenemen.

Na de tweede wereldoorlog gaat de N.K.B. weer van start, het bedrijfskapitaal was f 500 gulden van geleend geld. Het is nog altijd de grootste kappersbond. Naast de N.K.B. had men ook te maken met de Ned. Kath. Patroonsbond, de Christelijke Kapperspatroonsbond en de N. E. V. O. K.


1932 foto Ned. Kappersbond bij het 25 jarig jubileum.
Een unieke foto van het grootste deel van de leden en het bestuur. Op dit moment zijn er ongeveer 50 kappers georganiseerd, het grootste gedeelte is terug te vinden op de foto.
P. A. van Raaij, A. A. Reijnen, H. Plamont, Th. Neijenhof, W. C. Munchau, K. van Berkel, W. P. Wienen, H. D. van Aken, G. J. Stal, A. Vink, T. W. Bieze, H. S. van Hulst, N. van de Broek, B. Francissen, A. Brouwer, H. J. Leenders, P. J. Selbach.
De onderstreepte namen hadden zitting in het bestuur.


1936, bestuur van de Kath Bond: W. Munchau, Ari Vink, Frans Plamont, Ben Francissen en Nol Reijnen. Deze heren zien we ook op de foto van het 25 jarig jubileum van de N.K.B.
Deze foto is van 3 jaar nadat de Nederlandse Katholieke Patroonsbond zijn intrede heeft gedaan.

Ook de bediendebonden worden weer actief net de Katk. Bediendebond "St Cosmas", de Ned. Kapperspersoneelbond en de Christelijke Bond voor Kapperspersoneel.

Als in de jaren '60 de noodzaak tot samenwerken duidelijk wordt krijgen we de Algemene Nederlandse Kappers Organisatie A.N.K.O. Het is deze organisatie die in 1991 het 100 jarig bestaan viert en sinds die tijd het predicaat "koninklijk" mag voeren.

1931 19 0ctober De Gelderlander:

Opening van de vakschool van den Nederl. Kappersbond afd. Nijmegen.

In een der zalen van hotel "De Pauw" vond gisterenavond de opening plaats van de kappersvakschool. In aanwezigheid van het afdelingsbestuur van de afdeling Nijmegen van de Nederlandsche Kappersbond, bestaande uit de heeren Plamont voorzitter, de Bruyn secretaris, Reijnen penningmeester, Thomassen en van Aken 2e secretaris.
Het bestuur van de vakschool afd. Nijmegen bestaande uit de heren:
A. Brouwer Jnz. voorzitter, van de Broek secretaris, Reijnen penningmeester en Speelpenning propagandist.

1934 9 februari De Gelderlander.

R. K. Kappersbediendenbond te Nijmegen.

Maandag 3 februari heeft het bestuur van de R. K. Kappersbediende bond St. Cosmas afd. Nijmegen, vergaderd in het gebouw Unitas, Valkhof.
Naast geestelijke bijstand, is er opgericht een kappersplaatsing bureau in van 't Santstraat 128, waar betrekkingzoekende collega's zich gratis kunnen in laten inschrijven. Ook patroons die personeel zoeken kunnen zich wenden tot bovenstaand adres.
Het bestuur heeft het nodig geacht om het kapperspersoneel nog in gelegenheid te stellen om een kapcursus te volgen in aansluiting op de reeds bestaande cursus.
De cursus duur zal drie maanden in beslag nemen.
De actie tegen buitenlandse arbeidskrachten zal wederom worden aangepakt.

Na de Eerste Wereld oorlog duurde het nog jaren voordat de Economische Crisis die toen heerste, verminderde. De kappers hadden er toen ook mee te maken, maar soms maakte men ook gebruik van de slechte economische situatie, zoals de kapper die op 1 maart 1934 op de Krayenhofflaan 285 een kapsalon opende en een prijslijst liet zien die er niet om loog. Genaamd: "De Crisis kapper".


Advertentie 1 maart 1934

Hij ging er van uit een gat in de markt te hebben gevonden door met lage prijzen te gaan werken. Maar hij was kennelijk te optimistisch geweest want binnen een half jaar was de salon verdwenen, in het pand had zich een groente zaak gevestigd. (zie ook hier)
1934 2 mei De Gelderlander.

Kappersbediendenbond St. Cosmas afd. Nijmegen.

Zondag werd het 2 jarig feest herdacht dat in 1932 Cosmas werd opgericht in onze stad. Er werd begonnen met een H. Mis waaronder een algemene H. Communie in de Augustijnenkerk.
Aanwezig waren de leerkrachten H. Poos en L. Glazer.
Het jaarverslag kwam van de secretaris P. J. de Jong, deze wees op de bestuurswisseling van de heren Bouwman, de Jong en J. de Haan.
Ook de penningmeester Th. Gardenier kwam aan de orde.


1934 21 november de Gelderlander.

Uit het Kappersbedrijf.

In de Pauw op de Grote Markt vergaderde maandag de afd. Nijmegen van de N.K.B.
De voorzitter dhr. F. Plamont, kan vele belangstellende verwelkomen en leidde de spreker, dhr. Clerx in van het Kappersbedrijf.


Het aantal kapperszaken neemt onrustbarend toe, daardoor ontstaat ook nood in de bedrijven, door ongebreidelde concurrentie. Vooral wees spr. op de kwaal die zoveel buitenlandse krachten ongehinderd zich in ons land kunnen vestigen.
De vele particulieren kappersscholen leveren een groot aantal leerlingen af, voor wie onmogelijk plaatsing is te vinden bij de bedrijven.
De N.K.B. heeft een urgentie programma samengesteld waarin de volgende eisen naar voren komen.
A Dat de landsgrenzen worden gesloten voor vreemde arbeidskrachten.
B Dat er een wettelijke verplichte regeling komt van het vakonderwijs en een leerlingen
regeling.
C Dat maatregelen worden genomen om te beletten, dat door ieder, die zich daarvoor
presenteert onderricht kan worden gegeven in het kappersvak.
D Dat het recht zich te vestigen als kapperspatroon afhankelijk kan worden gesteld van
een Staatexamen. Daarnaast het aantal inwoners laten bepalen indien men zich in
een gemeente wenst te vestigen.
E Dat een Staatscommissie wordt benoemd, waarin opgenomen worden
vertegenwoordigers van de N.K.B. welke commissie tot taak heeft, na onderzoek al
die maatregelen die nodig zijn om de kappersstand voor een ondergang te behoeden.

De vergadering nam de volgende motie aan.
De openbare vergadering van kappers, gehouden op 19 november 1934 te Nijmegen en uitgeschreven door de afd. Nijmegen van de N.K.B.:
Welke van oordeel is dat bescherming van het kappersbedrijf van overheidswege dringend nodig is:
Betreurt het te zeerste dat het kappersbedrijf niet is opgenomen in de lijst van beroepen die vallen onder de wet "regelingen der arbeid van vreemdelingen".
Dringt er bij de regering met klem op aan het kappersbedrijf als nog op de lijst te plaatsen. 


Tot zover de situatie van de kappers van voor de Tweede Wereldoorlog.

© Herman Stal, Nijmegen, augustus 2009

terug

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.