Noviomagus.nl stadswandeling Nijmegen-Oost

Deze stadswandeling voert u door de wijken ten zuiden van het stadscentrum van Nijmegen, het gebied van de 19e eeuwse stadsuitleg. Naast enkele muurschilderingen die de middenstand als reclame-uiting aanbracht aan hun panden, krijgt u ook enkele tegeltableaus te zien, fraaie detailleringen aan puien en bijzondere gevels. U loopt door stadswijken die aan het begin van de 20ste eeuw zijn ontwikkeld, met aan de belangrijkste wegen vaak majestueuze panden in fraaie Jugendstilarchitectuur. Met deze route proberen wij u een beeld te geven van de uitbreiding van Nijmegen aan het eind van de 19e en begin van de 20ste eeuw. Wij beseffen dat dit beeld verre van compleet is; ook bezijden de route is er bijzonder veel te zien, kijk vooral goed om u heen. Deze wandeling van circa 8 kilometer met een tijdsduur van minimaal 2-3 uur biedt buiten het centrum enkele doch beperkte horecagelegenheden. Wij wensen u een heel prettige wandeling!

De start van deze wandeling is het station Nijmegen Centraal

Station Nijmegen: In 1865 werd Nijmegen voor het eerst per spoor bereikbaar. In dat jaar werd de lijn Nijmegen-Kleve geopend. Het stationsgebouw stond ter plaatse van de huidige Vereeniging. In 1879 kwam de spoorwegverbinding met Arnhem tot stand, zodat Nijmegen als laatste Nederlandse stad met meer dan 40.000 inwoners aansluiting op het nationale net kreeg. In hetzelfde jaar werd het station verplaatst naar de huidige locatie. Er kwam slechts een tijdelijk hulpstationnetje in vakwerk. In 1881 werd de spoorlijn naar 's-Hertogenbosch geopend, twee jaar later kon de lijn naar Venlo in gebruik worden genomen. Nijmegen had behoefte aan een groter stationsgebouw en in juli 1892 werd begonnen met de bouw van een van de mooiste stationsgebouwen die Nederland ooit zou hebben. Op 8 juli 1894 werd het gebouw, ontworpen door rijksbouwmeester C.H. Peters, officieel geopend. Het oude hulpstation werd afgebroken en aan de Ooijsedijk opnieuw opgebouwd. Het staat er nu nog, hoewel niet meer in oorspronkelijke staat. Op 22 februari 1944 kreeg het stationsgebouw enkele voltreffers. Na de oorlog was er nog weinig van over. Tien jaar na de verwoesting van het station stond er een nieuw gebouw van de hand van S. van Ravesteyn. Wie goed kijkt, vindt echter nog een aantal oude fragmenten. Twee gebouwtjes op het eilandperron zijn nog authentiek. Vrijwel de gehele vooroorlogse perronoverkapping is nog intact, evenals een groot gedeelte van de perrongevel van het hoofdgebouw. Zelfs de tunnels onder het spoor door bevatten nog hardstenen fragmenten uit 1894.

Vanuit het stationsgebouw gaat u schuin naar links, het station achter u latend. U steekt een busbaan over en volgt de weg links kantoorgebouw "Metterswane" naar beneden met de verkeerstunnel aan uw linkerhand en de kantoorgebouwen aan uw rechter. U komt aan bij een plein met daarop het zogenaamde Quack-monument:

De Marie-Adolffontein: In 1925-1926 werd op het kruispunt van de Nassausingel, Spoorstraat, Kronenburgersingel, Van Berchenstraat en Smetiusstraat deze obelisk gebouwd. Het in mei 1926 onthulde monument was een geschenk de Nijmeegse oud-wethouder Adolf Quack. Hij had bepaald dat een deel van zijn erfenis moest worden besteed aan de oprichting van een fontein. Deze fontein, die moest worden genoemd naar hem en zijn zus Marie, moest de stad verder verfraaien. De dertien meter hoge obelisk werd ontworpen door W. Bijlard en is gebouwd met roze graniet uit Zweden. Verschillende ornamenten en een viertal klokken werden van brons vervaardigd. De eigenlijke fontein werd gevormd door een aantal glazen zuilen op de hoeken. Al na enkele jaren werden deze zuilen vernield, waarna de  opvangbakken voor het water dienst gingen doen als bloembakken. In 1958 werd het 150 ton wegende gevaarte afgebroken: het werd als een hinderlijk object beschouwd en het zou problemen met het verkeer geven als de stationstunnel gereed zou zijn. De onderdelen werden naar de gemeentewerf gebracht, waar ze vervolgens tientallen jaren bleven liggen. In de jaren '90 werden verschillende pogingen gedaan het monument weer op de richten. Plannen waren onder meer om het aan het einde van de Hezelstraat te plaatsen. Op 1 april 2000 ging de eerste schop de grond in voor de heroprichting… op zijn oorspronkelijke plaats. Enkele bronzen onderdelen bleken te zijn verdwenen en moesten opnieuw worden gegoten. Op 9 juli 2000 werd het monument officieel overgedragen aan de gemeente.

U loopt rechtdoor de Smetiusstraat in. Het eerste pand aan uw rechterhand laat hoog aan de gevel een schildering zien van een hotel:

Hotel Nassau: Voor de Tweede Wereldoorlog waren er verschillende hotels gevestigd rondom het station. Ook op de Smetiusstraat nummer 2, op de hoek van de Nassausingel, was vroeger een hotel. Aan de voor- en achterzijde staan muurschilderingen met beide dezelfde tekst:

HOTEL
PENSION
NASSAU
RESTAURANT
 

U gaat de eerste straat rechts, maar voordat u dat doet kijkt u naar de zijmuur van het eerste pand na het Kolpinghuis, aan de linkerzijde van de straat. Ook hier een fraaie vervaagde schildering:

Van Kalmthout:
Op de zijmuur van dit pand aan de Smetiusstraat, dat onlangs is opgeknapt, staat een prachtige muurschildering. Er staat:

G.A.J. VAN KALMTHOUT
PIANO EN
ORGEL___________
__MAGAZIJN
SMETIUSSTRAAT 3
 

Zoals gezegd gaat u rechtsaf de In de Betouwstraat in. Vooral aan de linkerkant van deze straat treft u enkele panden met fraaie details en puien. U gaat aan het einde rechtsaf de Bisschop Hamerstraat  in, loopt het Keizer Karelplein half rond en gaat de Graafseweg in (dit is dus feitelijk rechtdoor).

Graafseweg 56-58: Deze twee woonhuizen zijn in 1900-1901 gebouwd naar het ontwerp van de Nijmeegse architect G. Buskens, een oudere neef van de eerder genoemde P.G. Buskens. De architect heeft overigens zelf nog in het rechter huis gewoond. Net als bij het gebouw Molenstraat 70-72 is hier de tekst 'ANNO 1901' in sgraffito aangebracht. De woonhuizen, perfect symmetrisch, zijn gebouwd in de Jugendstil, die onder meer te herkennen is aan de gestileerde bloemmotieven boven de ingangen van beide woningen.  

Bij tweede kruising kunt u het rechter hoekpand aan de Arend Noordduijnstraat bekijken, waar u een mooi tegeltableau op aantreft.

Graafseweg 90, hoek Arend Noorduijnstraat: Wijnhandelaar Anthony Nolet liet in 1900 zijn enorme villa met wijnpakhuis aan de Graafseweg ontwerpen door de Amsterdamse architect J.Th.J. Cuypers. Aan de zijde van de Arend Noorduijnstraat is het bovenstaande tegeltableau te vinden, dat niet op de oorspronkelijke bouwtekeningen van het huis voorkomt. Het tableau, dat helaas niet meer helemaal compleet is, is opgebouwd uit geglazuurde tegels. Op het tableau zijn onder andere de stadswapens van Bordeaux (linksboven) en Nijmegen te zien.  

U steekt hierna de Graafseweg over en gaat de Burghardt van den Berghstraat in. Aan de linkerzijde treft u op nr. 92 een tegeltableau aan dat overduidelijk van een voormalige boekdrukkerij moet zijn geweest. Op nr. 84 ziet u zelfs twee tegeltableaus.

De Toekomst: Op de onlangs gerestaureerde tegeltableaus is 'DE TOEKOMST' en "COOPERATIEVE BROODBAKKERIJ EN VERBRUIKSVEREENIGING te lezen. In het begin van de vorige eeuw vestigde zich aan de Burghardt van den Berghstraat bakkerij ‘De Toekomst’. De naam en de functie van het gebouw werden op fraaie tegeltableaus afgebeeld. In de jaren ’90 waren de tableaus nauwelijks meer herkenbaar: het bovenste was door de tand des tijds haast onleesbaar geworden, terwijl het onderste tableau verborgen zat onder een reclamebord. Gelukkig werd het eerste kort na 2000 schoongemaakt, het tweede kwam in 2005 onder het reclamebord vandaan.

U gaat de eerste links, de Jan de Wittstraat. Aan het einde van deze straat treft u op het rechter hoekpand een oude schildering aan. U verlaat de Jan de Wittstraat door rechtsaf te gaan, de Stijn Buysstraat in. Aan het einde komt u bij de drukke St Annastraat die u recht oversteekt. Kijk daarbij ook even naar de vele detailleringen van het hoekpand (de matrassenwinkel). 

U loopt de Fransestraat in, gaat dan schuin links de van Spaenstraat in en steekt vervolgens de Groesbeekseweg over. Zo komt u aan in de Guyotstraat. Het eerste hoekpand rechts laat boven de ramen aan de zijde van de Guyotstraat een mozaïek zien: Kweekschool voor Onderwijzeressen.

U loopt rechtdoor de Guyotstraat in welke bij de kruising overgaat in de Waldeck Pyrmontsingel. Bij deze kruising is een blik in de Wilhelminasingel links zeker de moeite waard. Er zijn de meest schitterende serres te zien. Aan de Waldeck Pyrmontsingel ziet u op het laatste pand voor de nieuwbouw aan uw rechterhand, verticaal een vage schildering staan; een vroegere garage:

Jansen-Ederveen: Aan de Waldeck Pyrmontsingel, tegenover de Wedren, staat dit pand. Het is er in de afgelopen eeuw zeker niet mooier op geworden. De uitspringende hoektoren werd vroeger bekroond met een spits dak en de benedenverdieping is in de loop der tijd grondig verpest. Onder de erker, die nog wel bestaat, was vroeger de toegang tot de stalhouderij van Jansen Ederveen, die hier tussen 1906 en 1982 was gevestigd.

Op de afgeschuinde hoek is heel vaag het woord GARAGE van boven naar beneden te lezen.  

Voor het parkje gaat u rechtsaf de van Gentstraat in. De nieuwbouw waar u nu langsloopt staat op de plaats van de vroegere Melkerij Lent. Op nr. 56 ziet u het pand van de voormalige Nijmeegse Radio Centrale.

Radiocentrale: Aan de Van Gentstraat 56-58 staat dit witgepleisterde gebouw, dat in 1933 werd gebouwd voor de Nijmeegse Radio Centrale. Het komt van de architecten Meerman en van der Pijll, die drie jaar later het benzinestation 'Autopalace NV' aan de Graafseweg zouden bouwen. Links van de radiocentrale werd in dezelfde stijl - de Nieuwe Zakelijkheid - een woonhuis opgetrokken. Nadat het gebouw in verval was geraakt, werd het in 1992 zoveel mogelijk in oude staat teruggebracht.  

U loopt deze straat uit en gaat het zandpaadje rechtdoor tot aan Coehoornstraat. Deze oversteken, even rechts en direct linksaf de Gorisstraat in. Halverwege deze straat ziet u aan uw linkerhand, juist boven een doorgang op nr. 24, het pand van Meester Metselaar B. Evers. Aan het eind van de straat vind u op de zijmuur van nr. 2a een erg drukke, maar "veelzeggende" muurschildering:

Gorisstraat:
Aan de Gorisstraat, dichtbij de kruising met de Groesbeeksedwarsweg, is met moeite deze reclameschildering te ontdekken. Er staan verschillende teksten over elkaar en door elkaar heen. Onder andere is het volgende leesbaar:

LOOD EN ZINKWERKERS
LEIDEKKERS
AANLEG VAN GAS-
EN WATERLEIDING

Daarnaast zijn ook nog de woorden 'betonwerken' en 'hout' en 'graniet' te onderscheiden. De tekst loopt nog verder door naar de achterzijde van het huis, maar die is nauwelijks meer leesbaar vanaf de straat.

Aan het einde van de Gorisstraat gaat u linksaf de Groesbeeksedwarsweg in, een kleurrijke straat met vaak leuke details aan de panden. Op nr. 194 aan uw linkerhand ziet u een mooi voormalig bedrijfspand; Melkhuis Kokke. Even verder bij de splitsing met de Fort Kijk in de Potstraat ziet u op de zijgevel een gerestaureerde schildering. Daar tegenover op de hoek was vroeger een bakkerswinkel gevestigd. Dat is nog te zien aan het tegeltableau aan de gevel aan de Groesbeeksedwarsweg. Het gebouw is in 1904 ontworpen door W.J.H. van der Waarden.

U blijft de Groesbeeksedwarsweg volgen en aan het eind gaat u rechtsaf de Daalseweg op tot aan het kerkhof Altrade, dat zeker een bezoek waard is. U vervolgt daarna de Daalseweg tot aan het Badhuis aan de rotonde en gaat linksaf de Van Langeveldstraat. Aan het eind daarvan linksaf, daarna rechts de Heydenrijckstraat in. U loopt nu een typische wijk van Nijmegen-oost in. U gaat de tweede rechts, de Vermeerstraat in en aan het eind daarvan links de Mesdagstraat. Aan het eind linksaf de Berg en Dalseweg op alwaar u het imposante Canisiuscollege aantreft.

Het Canisiuscollege: Met de bouw van het Canisiuscollege aan de Berg en Dalseweg werd begonnen in 1898. Het gebouw werd in opdracht van de paters Jezuïten ontworpen door Nicolaas Molenaar, in samenwerking met Jos Dijkmans. Molenaar had als leermeester P.J.H. Cuypers gehad, die in Amsterdam onder andere het centraal station en het Rijksmuseum had ontworpen. Het Nijmeegse Canisiuscollege vertoont veel overeenkomsten met deze bouwwerken.
Het gebouw, dat voor toenmalige begrippen ongekende afmetingen had, werd opgetrokken in de Hollandse neorenaissancestijl. In het voorjaar van 1900 was het gereed. Het had zowel een lengte als een breedte van 100 meter, reikte tot 32 meter hoogte, had een inhoud van zo'n 150.000 kubieke meter en de dakpartijen hadden een totale omvang van ongeveer twee hectaren. De kosten voor de bouw bedroegen toentertijd bijna vierhonderdduizend gulden.

De monumentale voorgevel moest het visitekaartje van het college worden: deze zou degelijkheid, triomfantelijkheid en macht uitstralen. Kosten noch moeite werden gespaard om dit te bereiken. De voorgevel werd vrijwel geheel uit dure, helrode verblendsteen opgetrokken, afgewisseld met horizontale natuurstenen banden. Ook werden vele ornamenten aangebracht. De ingangspartij werd omlijst met zandstenen versieringen in de vorm van pilasters en consoles. Het balkon erboven werd eveneens in rijkelijk geornamenteerde natuursteen uitgevoerd en kreeg een fraai hekwerk. Verder is er een grote verscheidenheid aan muurankers. In de nissen aan de rechterzijde van de gevel, waarachter de paterskapel ligt, staat een viertal uit natuursteen gehouwen heiligenbeelden van de hand van Egidius Everaerts. Ze werden in 1925 geplaatst. Tenslotte werd het steile leien dak opgesmukt met vele dakkapellen en bekroond met smeedijzeren hekwerk. Ook binnen werd een aantal markante plaatsen schitterend vormgegeven. De drie verdiepingen tellende hal en de bibliotheek - een hoge zaal met een vijf verdiepingen tellende houten constructie met rondgaande balustrades - zijn, indien mogelijk, het bezoeken waard. 

Stralen de voorgevel en het interieur een grote rijkdom uit, de achterbouw was veel minder uitbundig. Hier werden de gevels met goedkopere bruine bakstenen bekleed en waren nauwelijks ornamenten te vinden. Er bevond zich onder meer een sterrenwacht in een van de torentjes. De achterbouw, die driekwart van het totale complex uitmaakte, werd in 1982 ontruimd en ging tien jaar later tegen de vlakte. Het Canisiuscollege had oorspronkelijk een symmetrische opzet. In de loop der tijd vonden echter verschillende toevoegingen plaats, waardoor deze symmetrie verdween. In 1930-1931 werd een linkervleugel toegevoegd, die door Charles Estourgie was ontworpen in de stijl van de rest van het complex. In dit deel, dat nog steeds bestaat, werd een grote studiezaal voor de zogenaamde externe leerlingen ingericht. In 1936-37 werd aan de noordwestzijde een kapel toegevoegd, ontworpen door Alexander Kropholler. In 1986 werd deze gesloopt, omdat de constructie tijdens de Tweede Wereldoorlog te zeer bleek te zijn beschadigd. Al met al komt het er op neer dat er nog slechts een kwart van het vroegere Canisiuscollege overeind staat.

Wat gebeurde er nu ín dit gebouw? Het werd in gebruik genomen als gymnasium en internaat. Katholieke jongens uit de middenstand en uit de betere milieus volgden hier onderwijs en werden door de paters en docenten gevormd tot de nieuwe katholieke intelligentsia. De internen - die er de hele week door verbleven - en de externen werden zoveel mogelijk gescheiden. Later werden er HBS-opleidingen gegeven. Momenteel is een afdeling van het Regionaal Onderwijs Centrum in het overgebleven deel gevestigd. Verschillende bekende Nederlanders hebben onderwijs gevolgd aan het Canisiuscollege, waaronder oud-minister-president Lubbers en oud-minister Van Mierlo.

Hierna gaat u rechtsaf de Museum Kamstraat, genoemd naar het museum dat u halverwege de straat aan u linkerhand aantreft.

Museum G.M. Kam: De Rotterdammer Gerard Marius Kam, geboren in 1836, vestigde zich in 1897 in Nijmegen. Hij was een succesvol zakenman en als amateur-archeoloog had hij een enorme hoeveelheid Romeinse voorwerpen verzameld. De Staat schonk hem het bovenstaande museumgebouw, dat was ontworpen door Oscar Leeuw en tussen 1919 en 1922 werd gebouwd. Ruim een half jaar na de opening overleed G.M. Kam.

Het imposante gebouw, dat door de twee torens een burchtachtige indruk maakt, bevat zowel buiten als binnen opmerkelijke versieringen. Zo zijn op de hoektorens twee medaillons te zien, die respectievelijk de voor- en achterzijde van een Romeinse munt afbeelden. Boven de ingang staat een koperen beeld van de Romeinse wolvin, die volgens de overlevering Romulus - stichter van Rome - en Remus van de hongerdood heeft gered. Binnen, in het atrium, is vooral de trappenpartij zeer imposant. Eind jaren '90 is het museum gesloten. Een groot deel van de collectie wordt sinds 1999 getoond in museum Het Valkhof.

U vervolgt de straat tot het eind, steekt over en gaat juist voor de flat Pays Bas linksaf, alwaar u een schitterend uitzicht over de Ooij heeft. U volgt het voetpad rechts en blijft boven op de heuvel lopen met de Ooijpolder rechts beneden en het grote kantoorgebouw links. Bij een stalen kunstwerk aangekomen gaat u linksaf de Reinaldstraat in, dan rechts de Graadt van Roggenstraat in, aan het einde links en gelijk weer links de Mr. Franckenstraat in, waar de fietsers richting Berg en Dal worden gewezen. Daarna gaat u de eerste rechts, de Straalmanstraat in, steekt de Berg en Dalseweg over, rechtdoor de Jacob Canistraat in. Aan het eind daarvan, bij de kerk, gaat u rechtsaf. Direct na de kerk en appartementen ziet u aan uw rechterhand een schoolgebouw.

Prins Hendrikstraat: De school voor Uitgebreid Lager Onderwijs op de Prins Hendrikstraat nummer 7 is een van de laatst overgebleven schoolgebouwen in Nijmegen van de hand van J.J. Weve, die tussen 1881 en 1921 stadsarchitect was. Het gebouw werd in 1905-1906 gebouwd. Uit deze jaren stamt ook het hier zichtbare tegeltableau in Jugendstil, aan de zijde van de Bijleveldsingel.

U steekt over en gaat rechtdoor tot aan de drukke verkeersweg, steekt over en gaat linksaf, de parallelweg van de Canisiussingel op, deze gaat over in Oranjesingel.

Herenhuizen aan de Oranje- en Sint-Canisiussingel: In 1874 kreeg Nijmegen de toestemming om zijn stadswallen te slechten. Het 'maanlandschap' van verdedigingswerken rondom de stad werd in ruim een kwart eeuw omgevormd tot prachtige villawijken met brede straten en veel groen. Een aantal van de mooiste herenhuizen is te vinden aan de Sint-Canisiussingel en aan de Oranjesingel, die werd genoemd naar het vroegere bolwerk Oranje. De panden zijn voornamelijk tussen 1890 en 1910 gebouwd. Terwijl de gebouwen aan de noordzijde van de Oranjesingel zeer uitbundig zijn vormgegeven - let bijvoorbeeld op de nummers 8-34 en 68 - is de zuidzijde (die later is bebouwd) in het algemeen wat soberder, maar niet minder statig.

U loopt tot aan het verkeersplein, Keizer Karelplein, en loopt dit precies halfrond en feitelijk rechtdoor, zodat u de van Schaeck Mathonsingel ingaat. U loopt tot aan het station en bent op het eindpunt van de wandeling.  

Laatste controle: 01-01-2008

Stichting Noviomagus.nl kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de juistheid van deze stadswandeling en de gevolgen die gebruik ervan met zich kunnen meebrengen. U loopt dus op eigen risico.

Heeft u genoten van een van deze wandelingen? U kunt een vrijwillige bijdrage storten op giro 9441156 t.n.v. Stichting Noviomagus.nl te Nijmegen o.v.v. "stadswandeling Noviomagus". Indien u ons wilt steunen als donateur of sponsor, kijk dan op de donateurspagina of email: info@noviomagus.nl Bedankt voor uw deelname!

Reactie 1:

Hobbes, 25-07-2017: Mooie wandelroute! Aanwijzingen waren duidelijk en klopte allemaal.

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.