Enkele maanden na de verschrikkelijk septemberdagen in 1944 worden door W

Storm over Nijmegen

 

Enkele maanden na de verschrikkelijk septemberdagen in 1944 worden door W. Imar Kula de herinnering aan die dagen aan het papier toevertrouwd in het boekje "Storm over Nijmegen". Voor eenieder die geïnteresseerd is in een ooggetuigenverslag van de gebeurtenissen willen we bij deze graag de belangrijkste passages uit het boekje presenteren; herinneringen voor degenen die erbij waren en interessant voor degenen die zich afvragen hoe het er aan toe ging die dagen en hoe de Nijmeegse bevolking dit alles ervaarde. We beginnen met de beschrijvingen van 11 september t/m de 16-de en vanaf daar nemen we de dagelijkse beschrijving van de auteur over t/m zaterdag 23 september, het einde van de bevrijdingsweek van Nijmegen.

De duimschroeven worden aangezet...

Op 11 september spoorde de voor zijn taak volkomen onbekwame burgemeester "kameraad" van Lokhorst de Nijmeegse burgerij aan om nauwlettend toe te zien dat er geen enkel scherp voorwerp op de door het Duitse leger gebruikte wegen werd geworpen, zulks -zo werd hieraan laconiek toegevoegd- "ter voorkoming van onaangenaamheden". Wat deze Nazi-knecht met "onaangenaamheden" bedoelde? Wel, dat, indien desondanks toch nog schade aan "Wehrmachts"-voertuigen zou ontstaan, de Duitsers zonder meer de huizen langs de wegen waarop zich scherpe voorwerpen bevonden in brand zouden steken.
Direct na de afkondiging van deze schandelijke waarschuwing werd aan alle mannen van 18 tot 50 jaar gelast zich onmiddellijk te melden aan de Meisjes-HBS om voor het Duitse leger werkzaamheden te verrichten. Daar de directeur van het arbeidsbureau, de beruchte collaborateur Versluys en consorten sinds 5 september verdwenen waren, achtten de moffen het raadzaam -en zij hadden het goed gezien-!- de "Dienstverpflichtung" in eigen hand te nemen.
Iedere man, die lichamelijk maar enigszins geschikt was, liep voortdurend gevaar om door de patrouillerende soldaten en "Landwachters" van de straat opgepikt en aan het graven van stellingen gezet te worden.
Gelukkig zagen velen kans om uit de handen van de moffen te blijven en zij melden zich eenvoudig niet.

Toen het steeds duidelijker werd, dat de Nijmegenaars niet buigen wilden voor hun dwingelandij en slecht een heel klein gedeelte van de mannen zich meldde, trachtte de bezettende macht de weerstand van de bevolking door toepassing van andere methoden te breken.
Overal verschenen de zogenaamde "Laatste oproepingen", waarin werd aangekondigd, dat de strengste represaillemaatregelen zouden worden genomen indien niet iedere man tussen de 18 en 50 jaar zich binnen drie dagen gemeld had.
Tegelijkerjd werd aan alle onderwijzers, leraren en hoofden van scholen gelast om te verschijnen op een verplichte bijeenkomst, die op Zaterdag 16-9-44 in het raadhuis gehouden zou worden. Dat het de moffen bittere ernst was, bleek die bewuste zaterdag, toen 's middags bij enkel leraren, die aan de oproep geen gehoor hadden gegeven, het huis werd leeggeplunderd, terwijl het meubilair door de "bruinhemden" meegenomen of vernield werd.

Hoogspanning

Tengevolge van deze steeds erger wordende terreur, nam de onrust en de spanning nog meer toe. Iedereen wist en voelde het: "er ging iets gebeuren, iets ergs, tenzij…." Ja, tenzij….!
De moffen hadden geen rekening gehouden met de plannen van de geniale geallieerde legerleiding.
Hoe dat zo gegaan is?……

Zondag 17 september 1944

Een stralend mooie dag, ideaal vliegweer.
Een geladen sfeer hangt over onze stad.
Vliegtuigen doorkruisen het luchtruim.
Van de, door de laatste opmarsen der geallieerden zenuwachtig geworden, ambtenaren der Duitse "Wehrmacht" en "Partei" beredderen er nog velen hun belangetjes. Aan de Meisjes-HBS voelt iedere, door de moffen verplichte, graver de spanning van het ogenblik: "Moeten wij gaan om represaille te voorkomen, of….?" Zij weten het niet. Feit is, dat zeer velen hun intuïtie volgen en naar huis gaan.
Het geronk weerklinkt steeds sterker en af en toe davert een "Spitfire" laag over de daken van de stad. Kunnen wij bevroeden, dat dit een groet is van hen, die op komst zijn?
Half elf, alarm!
Even later trekken hele groepen zware bommenwerpers over, geëscorteerd door jagers.
Plotseling horen we een gierend geluid en het geratel van mitrailleurs. Enkele "Typhoons" beschieten de Duitse colonnes en de stellingen langs het Maas- en Waalkanaal. De straten zijn als uitgestorven en vele burgers zoeken dekking in hun kelders. 
Iedereen weet iets, iedereen weet niets.
Het gerucht gaat rond, dat de "Nyma" gebombardeerd is; we zien de brandweer in razende vaart voorbijschieten. De vlammen grijpen snel om zich heen en voordat de brandweer het vuur met vele slangen resoluut aanpakt, staan twee der belangrijkste gebouwen in lichterlaaie.
Helaas laten twee mensen hierbij het leven.

Angstig luisterend, wacht Nijmegen de dingen af, die komen gaan.
Daar, een luchtgevecht! Nog een!
De spanning stijgt ten top. Uit ramen en deuren, uit achtertuintjes, ja zelfs van de daken, ondergaan de "moedigen" een ongekende en nog nooit beleefde sensatie. Totdat ook zij gaan inzien dat het in de open lucht vertoeven het gevaar met zich mee brengt om door de alom vallende granaatsplinters van het afweergeschut te worden getroffen. De meer voorzichtigen verhuizen naar "lagere regionen".
's Middags wemelt het luchtruim van "Halifaxes", die, tot onze grote verbazing, transportzweefvliegtuigen achter zich aan slepen. Enkele "strategen" onder ons vertellen dat dit zgn. "Horsa's" zijn. We zien verder ook nog "Dakota's" en "Stir;lings".
Stom verbaasd staren we omhoog en we beluisteren met ingehouden adem het donderend geraas, veroorzaakt door de duizenden motoren van deze gigantische lucht-Armada; nog onbewust, dat we getuige zijn van een der grootste luchtoperaties in de wereldgeschiedenis:
Een historisch moment is aangebroken!

Het grote gebeuren

Om ongeveer half drie gebeurt het! De "Horsa's" raken los van de "sleep-vliegtuigen" en komen langzaam naar beneden glijden, zich niet storend aan het Duitse afweervuur. De lucht is plotseling vol met honderden parachutes; in een woord: het is het meest fantastische schouwspel, dat men zich kan indenken. Jammer genoeg, kunnen alleen de bewoners van de stadsrand hiervan genieten.
In een minimum van tijd zijn verschillende punten rond Nijmegen, zoals Overasselt (Hatertse Vennen), Nederasselt, Wijchen, Grave en Groesbeek door de "Airborne Troops" bezet.
Zoals verklaarbaar gaat het goede nieuws als een wervelwind van mond tot mond en de in de nabijheid van de landingsplaatsen wonende burgers stromen, voor zover de moffen het niet verhinderen kunnen, naar de plaatsen, waar de bevrijders neergekomen zijn, om hen te begroeten en eventueel hulp te bieden. De "Yankees" en "Tommies" hebben moeite om de enthousiaste menigte af te weren, die buiten zichzelf van vreugde, bijna de ernst van het ogenblik vergeten heeft.
De parachutisten ontdoen zich van hun valschermen en de inzittenden van de "gliders" komen tevoorschijn en toveren voor onze verbaasde blikken, binnen enkele minuten tijds, de meest perfecte wapenen, kisten munitie en ander oorlogstuig uit het inwendige van de zweefvliegtuigen. Zelfs een kleine personenauto, die ze ons lachend voorstellen als de in de Lybische woestijn beroemd geworden "jeep" wordt voor de dag gehaald.
Wij moeten hen spreken, wij moeten die vreemde taal stamelen, wij moeten tegenover hen staan en hun handen drukken, terwijl zij, de bevrijders, ons begrijpend toelachen. Zij weten het nu, deze van zo ver gekomen, voor de vrijheid, ook onze vrijheid vechtende soldaten, dat hier ook hun thuis is; dat zij een dankbaar en voorkomend volk tegenover zich hebben, waarvan zij voor de oorlogsvoering waardevolle inlichtingen kunnen verkrijgen en….van wiens medewerking zij verzekerd kunnen zijn. Wij willen ons uiterste best doen om, in eendrachtige samenwerking, een wereld van vrede en werkelijke vrijheid te helpen opbouwen.
Het doet ons zo onuitsprekelijk goed te zien en te ondervinden, dat het langverwachte nu eindelijk werkelijkheid gaat worden; ja, we voelen ons al bevrijd!

De aftocht wordt geblazen…

Dat deze luchtlanding menigen Duitser hartkloppingen bezorgt, blijkt wel hieruit, dat plotseling vele "Parteigenossen" zich uit de voeten maken met inderhaast gestolen voertuigen.

Een mooi staaltje van moed leveren enkel patriotten, die een militaire trein, volgeladen met bij elkaar gestolen goederen, enkele kilometers voor de Duitse grens, laten derailleren. De in de naaste omgeving wonende burgers ontfermen zich maar al te graag over de inhoud dar ontspoorde wagons!

Intussen is het nieuws der landingen ook tot het stadscentrum doorgedrongen: de "Grune Polizei" aan de Molenstraat, die zich twee jaren lang, ten kosten van de Nijmeegse Ouden van dagen, in het gasthuis genesteld heeft, gaat ook eens poolshoogte nemen van de stand van zaken en enkel van deze "heren" toeren naar Hatert; maar we zien hen binnen kortste tijd terug, hun tronies verwrongen van angst. Hun voorbereidselen voor een eventuele vlucht zijn niet tevergeefs geweest….en weg gaat het in oostelijke richting.
Ook het postkantoor wordt door de dienstdoende moffen hals over kop verlaten: zij volgen hun "grune" voorgangers…

Vanmiddag gebeurt er verder weinig bijzonders en er is niet veel te bemerken van een contact tussen de geallieerden en de Duitse soldaten; de Duitsers trekken zich blijkbaar zonder meer naar het stadscentrum terug.

We horen uit het B.N.O.-bericht dat "anglo-amerikaanse" parachutisten zijn neergelaten bij Eindhoven, Nijmegen en Arnhem.
Als het donker wordt, is het angstig stil….de stilte voor de storm!

Een voorteken?

In de nacht van 17 op 18 september begeven we ons reeds veel later dan anders ter ruste; een bekomst van zenuwslopende laatste dagen wordt ons deze nacht echter onthouden.
Om vijf uur een oordeel van jewelste! Wat te denken van dit onmogelijke thuis te brengen tumult? Wel, de Duitsers laten het munitiedepot op de Kopse Hof in de lucht vliegen. Uren lang horen we de opgeslagen voorraden met donderend geweld exploderen. Ook dringt af en toe het geratel van mitrailleurs tot ons door, onderbroken door ketsende pistoolschoten. Zal dan toch? Ons geduld wordt danig op de proef gesteld voor we hen, die wij jaren lang vol hoop en spanning verwacht hebben, openlijk mogen verwelkomen als onze bevrijders en vrienden.


Maandag 18 september 1944

Als dan eindelijk de maandag aanbreekt, ziet Nijmegen zijn eerste bevrijders in Hengstdal, op de St. Annastraat en Groesbeekscheweg. Een uitbundige vreugde maakt zich van de bewoners van de eerst bevrijde wijken meester, een enthousiasme, dat echter getemperd wordt door de ernst van het ogenblik….

In het stadscentrum patrouilleren SS-ers door de straten. Iedere burger, die zich aan het venster vertoont, wordt neergeschoten en helaas moet menige onvoorzichtige zijn nieuwsgierigheid met de dood bekopen. Terwijl de toestand in de binnenstad steeds kritieker wordt, worden in Oost-Nijmegen de laatste weerstandsnesten uitgeroeid. De "ondergrondse" doet haar werk goed en afdoende en naast Duitse soldaten wordt menige N.S.B.-er of andere landverrader gevangen genomen.
Het is begrijpelijk dat het opsporen en arresteren van schadelijke elementen een heel werk is, immers Nijmegen, als grensstad, heeft vele landsverraderlijke individuen moeten herbergen.
De bevolking van de bevrijde stadsdelen begint al dadelijk met het opruimen van de overal verspreid liggende glasscherven; de straten zijn binnen korte tijd weer toonbaar gemaakt. De overal opgestelde verkeersborden, die het "distantiërende" leger de weg moest wijzen, zijn al spoedig door de burgerij tot brandhout gepromoveerd.

Deze vreugde-stemming wordt ruw afgebroken door het gierend geluid van granaten, die met doffe slagen overal in de stad hun vernietigend werk doen, naamloos leed zaaiend onder de bevolking, ook onder de vanmorgen pas bevrijde Nijmegenaren. Het staat gelijk met zelfmoord zich, zonder uiterste noodzaak, op straat te begeven.

De straatgevechten in de binnenstad nemen in heftigheid toe en het gelukt enkele Amerikaanse patrouilles om tot het Keizer Karelplein, Bisschop Hamerstraat, Molenstraat en zelfs tot de Grote Markt door te dringen.
Plotseling wordt er vanuit een der huizen op de "Yankees" geschoten; deze maken korte metten en even later zien we de vlammen hoog oplaaien uit het fraaie pand van de N.S.B.-Bontwerker op de hoek van de Betouwstraat-Bisschop Hamerstraat. De brandweer is spoedig ter plaatse en, ondanks het grote gevaar, dat het blussingswerk onder deze omstandigheden met zich mee brengt, weet zij de Betouwstraat voor algehele vernietiging te vrijwaren. Een der mannen wordt dodelijk getroffen; hij valt tijdens de oefening van zijn plicht. Wij willen hierbij een eresaluut brengen aan deze kranige kerels!

In de stadsdelen waar de moffen nog heer en meester zijn, worden zij steeds driester en wreder in hun optreden tegenover de burgerbevolking. Het is hen duidelijk aan te zien dat ze iets ergs van zins zijn. In welke vorm zal hun wraak over ons komen? De strijd woedt intussen onverminderd voort. Het station, dat als punt van vitaal belang taai en verbeten wordt verdedigd, is nog steeds in Duitse hand. Ook het Keizer Karelplein is gevechtsterrein: aan de zuidzijde geven de moffen geen krimp. De "Yankees" liggen aan de andere kant, slechts enkele tientallen meters van hun tegenstanders gescheiden door het op 't midden van het plein liggende plantsoen, dat door beide partijen als "niemandsland" ten volle wordt uitgebuit.

De sector Waalbrug

De "Jerries" hebben de toegangswegen tot de brug, die wonder boven wonder nog steeds intact is, stevig in handen. Het is of ons horen en zien vergaan; geregeld vallen de granaten en het geratel van de mitrailleurs is niet van de lucht.
Als we 's avonds tijdens een gevechtspauze even herademen, horen we het verontrustende bericht dat de moffen enkele huizen in brand gestoken hebben in de Broerstraat en niet alleen daar zien we vuurgloed, maar op verschillende plaatsen. Zal dat het begin worden van de vergelding, waarmee de Duitsers wekenlang gedreigd hebben?

Als de duisternis over de ongelukkige Waalstad valt, slaan de vlammen hoog boven de daken van de 3e Walstraat, Kelfkensbosch, Mr. Franckenstraat, Barbarossastraat, Reinaldstraat, Ten Hoet- en Ten Hoetdwarsstraat, Batavierenweg, een gedeelte van de Lange Burchtstraat, Oude Stadsgracht, Hertogstraat en Wintersoord en een regen van vonken wordt door de wind over de stad voortgedragen. De bewoners van deze bij de brug gelegen straten worden meedogenloos uit hun huizen verdreven. Iedere poging om het vuur te blussen, wordt door de moffen verhinderd; het spookachtige schijnsel van de door de sterke wind steeds meer aangewakkerde vlammen, doet alles nog beklemmender en erger voorkomen. De angst slaat velen om het hart en er dreigt een paniek te ontstaan; het duurt niet lang of de eerste stoet vluchtende burgers trekt door de straten. Waarheen? Sommigen weten het zelf niet. "Weg uit deze hel" is hun enige gedachte!
Het bericht van Radio-Oranje dat het Britse 2e leger contact heeft gemaakt met de luchtlandingstroepen bij Eindhoven, geeft weer nieuwe moed en vol hoop en verwachting zien we de nieuwe dag tegemoet.

Dinsdag 19 september 1944

De stad ligt nog steeds onder artillerievuur. Vanuit de Betuwe en het "Reichswald" worden de toegangswegen naar de bruggen beschoten. Bij iedere inslag krimpt menig hart ineen en ieder vraagt zich af: welk familielid, buur of bekende nu weer het slachtoffer geworden zal zijn….
Temidden van dit barstend en vernietigend ijzer en staal groeit het saamhorigheidsgevoel tot een vanzelfsprekend gebod: iedereen helpt waar hulp nodig is. Ieder gevaar trotserend bieden doktoren en geestelijken hulp aan de getroffenen.

Vanuit het Kronenburgerpark beheersen de Duitsers de toegang tot de Spoorbrug; zij hebben zich overal in de gazons ingegraven en….het is voor hen een geruststelling, dat ze, als het nodig mocht worden, gemakkelijk via het reeds maanden tevoren aangelegde zgn. "Hazenpad" over de Spoorbrug naar de Lentse oever kunnen "distantiëren"! Hiervan wordt dan ook gretig gebruik gemaakt door o.a. 50 moffen, die zich door slechts 2 personen uit het station laten verjagen; de Commandant O.D., post Station, weet hen, samen met een Amerikaanse parachutist, om de tuin te leiden, door via de geluidsinstallatie te bevelen: "Hinaus, oder ihr stirbt alle!", terwijl de Amerikaan onafgebroken vlakbij de microfoon vuurt, met als resultaat, dat de Duitse "helden" zo vlug ze maar kunnen, in de richting Spoorbrug verdwijnen; enkele uren later koelen zij hun laffe wraak op het monumentale Stations-Gebouw…

Het masker valt af…

Hun woede om de onafwendbaar komende nederlaag neemt steeds meer toe en de om het park gelegen huizenblokken moeten het ontgelden. Machteloos moeten we aanzien, dat de Spoorstraat en een gedeelte van de Kronenburgersingel in vlammen opgaan. Ook het Keizer Karelplein biedt een treurig beeld: het gebouw van de "Alma Mater", de huizenblokken voor de St. Josephskerk en het gebouw van de raad van arbeid branden als fakkels. De prachtige v. Schaeck Mathonsingel valt grotendeels ten prooi aan de barbaarse vernielzucht van hen, die zeiden te komen als "cultuurbeschermers". Deze schanddaad mogen wij nooit vergeten; het is een waarschuwing en afschrikwekkend voorbeeld waartoe een mens zich kan verlagen.
Veel van wat ons zo vertrouwd en dierbaar is, gaat in enkele uren voor immer verloren. Gebouwen zoals het eeuwenoude Stadhuis met zijn alom bekende "Schepenbank" en nog vele andere kunstschatten, het fraaie stationsgebouw, het grote herenhuis van de broeders aan het Kelfkensbosch, dan het zo mooi gelegen "Belvoir", het moderne nieuwe winkelblok tegenover "Unitas": dit alles wordt in redeloze haat en vernielzucht door S.S., "Wehrmacht" en "Hitler-Jugend" aangestoken en aan de vlammen prijsgegeven.
Op verschillende punten dringen de "hunnen" de huizen binnen. De veelbelovende Duitse jeugd maakt zich vooral "verdienstelijk" door brandstichting mat phosphor. Hele stadswijken gaan geheel of gedeeltelijk in vlammen op: de ten Hoetstraat, Ten Hoetdwarsstraat, Museum Kamstraat, Jan v. Goyenstraat, Hugo de Grootstraat, v. Rosendaelstraat, Heijdenrijckstraat, St. Geertruidastraat, Batavierenweg, Reinaldstraat, Beatrixstraat, Barbarossastraat, Berg en Dalseweg, Jacob Canisstraat, Mr. Franckenstraat, Hertogstraat, Gerard Noodtstraat, St. Jorisstraat, het Kelfkensbosch, Lange Burchtstraat, Platenmakersstraat, Wintersoord, Marienburgplein, Oude Stadsgracht, Houtmarkt, Broerstraat, Kronenburgersingel, Spoorstraat, v. Schaeck Mathonsingel….worden tot troosteloze ruines. 
Deze verwoesting en vernieling van prachtige monumenten, die vroegere geslachten ons nalieten, en van have en goed van onschuldige burgers, schildert ons in schrille kleuren de mateloze brutaliteit en de onmenselijkheid van de nationaal-socialistische levensbeschouwing.
Dit is louter een uitleven van lage hartstocht tot neerhalen en verpletteren van alles wat goed en nobel is.

Als de avond valt, is het centrum een hel gelijk. Een als een waterval….vreemd ruisend, angstaanjagend geluid, vervult de lucht en door een panische angst bevangen ontvluchten duizenden het met totale ondergang bedreigde Nijmegen.
Ieder die moed en handen heeft, zwoegt om met behulp van zand en water het overslaan van het vuur op andere percelen te voorkomen, maar de moffen verijdelen nog steeds met bruut geweld iedere bluspoging.
Zij, de al of nog niet bevrijden, die buiten het centrum wonen, zij, die het zich nooit ten volle kunnen indenken, niet kunnen weten welk een tragedie zich in de binnenstad afspeelt, staren vol ontzetting naar de kolkende vuurzee, waarvan de machtige rookkolommen een felle aanklacht schrijven aan het nachtelijk firmament.
Het is een ware verschrikking: terwijl het vuur zijn vernielend werk doet, gieren in een onafgebroken stroom de granaten over de brandende stad.
Zij, die niet gevlucht zijn, zoeken in de kelders beschutting tegen de allesvernietigende kracht van het barstend en splinterend staal.

De radio geeft het verheugende nieuws door, dat Eindhoven definitief in geallieerde handen is; nu zullen de sinds dagen geheel op zichzelf aangewezen "Airborne-Troops" wel spoedig versterking en hulp krijgen van het 2e Britse tankleger en….,"zal morgen dan het uur van de bevrijding slaan?"

Woensdag 20 september 1944

Waar het oog ook kijkt, overal laaien de vlammen hoog op uit de binnenstad. De branden nemen nog steeds in omvang toe.
Daarbij treed een der vele gevallen van Duitse moordlust wel zeer duidelijk op de voorgrond: Het vuur, dat vanuit het inmiddels fel brandende stadhuis overslaat naar Peek en Cloppenburg, baant zich een weg over de Lange en Korte Burchtstraat; al het mogelijk wordt gedaan. Te redden wat er nog te redden valt, totdat men hierin door de moffen gehinderd wordt….Onder de grofste dreigementen wordt de familie Fredericks, wier enige zoon op 3 mei '43 door de Duitsers werd gefusilleerd, in haar brandend huis teruggedreven, waar zij een vreselijke dood sterft.
Vol ontzetting horen we het bericht van deze weerzinwekkende schanddaad: het vervult ons met afgrijzen voor de bestialiteit van het Duitse monster.

De ondergrondse vecht….

Overal zien we groepjes van de O.D. en van de Landelijke Organisatie opduiken; ze gunnen de moffen rust noch duur en bestoken hen van alle zijden: Menig "Germaan" is door deze dappere mannen naar zijn "Walhalla" verwezen.

Intussen zijn enkel Britse tanks vanuit het zuiden tot de stadsrand doorgedrongen; dit stemt ons hoopval en gespannen wachten we op de dingen die komen gaan.
De straatgevechten worden steeds heviger. De dood- en verderfzaaiende projectielen suizen over en weer. De Duitsers vuren onafgebroken met anti-tank- en 88-mm-geschut; en vooral de toegangswegen moeten het ontgelden.

Een krijgslist….

De "Airborne-Troops" slagen erin om 3,5 kilometer stroomafwaarts van de brug de Waal over te steken en zo de Duitsers af te leiden. Na zware gevechten, gedeeltelijk van man tegen man, vegen zij de Lentse toegangsweg tot de Waalbrug schoon.

De eindphase treedt in!

Dan breekt er eensklaps een hels artillerieduel los, dat urenlang voortduurt. Iedereen voelt het, dat nu de eindbeslissing komt! De strijd om de Waalbrug is begonnen.
De geallieerden rukken onweerstaanbaar op en de moffen moeten zich op hun stellingen langs de Waaloever terugtrekken.
De Belvedere wordt genomen, zonder dat de Duitsers, die vanuit hun loopgraven en stellingen in het Hunnerpark een moordend vuur richten op onze bevrijders, dit verhinderen kunnen.
Het Valkhof, dat in een ware vesting is veranderd, is nog steeds in Duitse handen. De huizen aan de Voerweg, die reeds maanden tevoren in beslag genomen en tot mitrailleursnesten zijn omgebouwd, liggen vol met M.G.-schutters. Voor het "Unitas"-gebouw zijn diepe loopgraven aangebracht, wel een bewijs dat de Duitsers tot iedere prijs de toegang tot de brug willen behouden.
Ondanks al deze hindernissen worden de "hunnen" langzaam maar zeker overrompeld of neergemaaid en na een bijna bovenmenselijke strijd, waarbij ook hier van de bajonetten gebruik moet worden gemaakt, wordt de laatste Duitse tegenstand gebroken. De onneembaar schijnende Valkhofvesting wordt door de Amerikanen beslopen en zij slagen erin de "Jerries" onschadelijk te maken, zonder dat er belangrijke schade aan dit historische plekje grond wordt toegebracht. Het voornaamste moet nu echter nog komen!.

De Waalbrug wordt genomen…

Voor de prikkeldraadversperring op de brug ligt menig soldaat dood of gewond terneer; verder lijkt alles uitgestorven.
Een stuk luchtafweergeschut, dat op het Keizer Lodewijkplein staat opgesteld, wordt tevens als anti-tank-geschut gebruikt en het bestrijkt alle toegangswegen tot de brug; vier Duitse tanks bewaken de oprit.
Daar stellen de Britse tanks zich in slagorde op: Het sein "Voorwaarts!" wordt gegeven en met donderend geraas, uit alle lopen vurend, stormen zij onweerstaanbaar op de brug toe! Door deze plotselinge aanval overrompeld, worden in een minimum van tijd drie van de vijandelijke tanks buiten gevecht gesteld, terwijl de bemanning van de vierde het vege lijf tracht te redden.
Na korte tijd is de versperring omver gehaald en de weg is vrij! De weg naar Arnhem! De weg naar Noord-Nederland!
Het is dan toch gelukt om de Waalbrug onbeschadigd in handen te krijgen! Hulde en dank aan de moedige patriotten, die het de Duitsers onmogelijk hebben gemaakt om de voor onze bevrijders zo belangrijke brug op te blazen! Dank vooral Gij, moedige mannen uit Engeland en Amerika, die ons hebt bevrijd uit de wurgende greep van onze zo gehate oosterburen! Vol weemoed gedenken wij hen, die voor de zaak van vrijheid en recht hun jonge leven opofferden. Zij vragen geen medelijden, slechts dat wij voltooien, waarvoor zij gevallen zijn; dan alleen zijn hun offers niet tevergeefs gebracht!

Het vuur wordt bestreden….

Nu de laatste moffen onschadelijk gemaakt zijn, wordt het blussingswerk energiek aangepakt. De "Tommies", daarbij prachtig geassisteerd door vele vrijwilligers, nemen nu het reddingswerk ter hand. Met een slag veroveren deze jongens alle harten. Prachtig werk wordt er in groot saamhorigheidsgevoel verricht.
Ieder blok heeft zo een eigen vrijwillige brandweer, die met alle mogelijke middelen gewapend aan de slag gaat. Terwijl een groep water haalt uit de stadsvijvers, gaan anderen de daken op en doven met behulp van "vuurzwepen" de vonken, die de brand kunnen doen overslaan. Door het kordate optreden van deze "gelegenheids-brandweerkorpsen" is menige straat voor totale vernietiging gespaard gebleven.

Onder het oorverdovend lawaai van de schoten uit allerlei soorten geschut: van zware kanonnen tot "sten-guns", van geweren en pistolen, terwijl de jammerklachten van de stervenden en gewonden het bloed in de aderen doen stollen van afgrijzen, -onder de gloed van de hoog opgelaaide vuurzee van het brandende Noviomagum- is de vrijheid tot ons gekomen!

Donderdag 21 september 1944

Met intense vreugde begroeten wij deze eerste vrijheidsmorgen. Hier en daar wappert het fiere rood-wit-blauw, eindelijk na jaren! Velen, die dagenlang in de schuilkelders hebben geleefd, wagen het nu tevoorschijn te komen.
Op het Keizer Karelplein is het, ondanks de nog steeds vallende granaten, een drukte van belang. De op aanrollende tanks, grote amphibische auto's en vrachtwagens gezeten infanteristen worden stormachtig begroet en toegejuicht. Verbazing staat op onze gezichten te lezen bij het zien van dit prachtige leger, dat in onafzienbare rijen aan ons voorbij trekt.
De eerste kennismaking tussen soldaten en burgerij schijnt best te bevallen; dit blijkt wel overduidelijk uit de lachende gezichten die we overal rond ons zien. Wat een vreugde, ja we vergeten even alle ellende om ons heen: we zien daar voor ons de lang verwachte bevrijders! Het verschil met de soldaten , waar we 4,5 jaar tegenaan hebben moeten kijken, valt ons direct op: hier geen geblaf of geschreeuw, geen opgeblazenheid noch kruiperigheid. Deze mensen zijn bezield door de onverzettelijke wil hun doel te bereiken; rustig, beheerst en onverstoorbaar!

"Welcome, Tommy….!"

Nadat de eerste begroetingen zijn gewisseld, ontvangen we onze nieuwe vrienden, zo goed we maar kunnen, in onze huiselijke kring. Het is een waar genoegen met deze correcte en heus niet veeleisende jongens om te gaan. Vol belangstelling vragen ze ons allerlei bijzonderheden: over de bezettingsjaren en over alles wat we zoal in de oorlog meemaakten.
Het doet ons goed te horen hoe ze over ons land en het Koninklijk Huis denken.
Af en toe moeten we, voor de ons nog steeds bestokende granaten, de schuilkelders opzoeken en de "Tommies" voelen zich ook hier al spoedig thuis. Als we naar hun familie informeren, tonen ze ons de foto's van hun vrouw, hun verloofde en vol vadertrots laten zij de kiekjes van hun kinderen rondgaan. Menige Engelsman of Amerikaan geniet dan ook op deze morgen dankbaar van de zorgvuldig voor deze gelegenheid bewaarde echte koffie en thee; een uiting, die door hen zeer op prijs wordt gesteld, immers….die geeft van hetgeen hij heeft….Wat is het een genot voor onze smaak, die eerste goede cigaretten, na jaren "Consi"!

De rollen omgekeerd!

Smaakten de Oost-Nijmegenaren reeds maandag het genoegen de N.S.B.-ers te zien verdwijnen, ditmaal valt in de binnenstad aan de O.D. de twijfelachtige eer te beurt om "schoon schip" te maken. Tot groot leedvermaak van de jarenlang getergde Nijmegenaren, worden hier en daar groepjes N.S.B.-ers door de straten geleid. Sommige van deze ex-Nederlanders zijn behangen met de portretten van hun verachtelijke "leiders". Een schouwspel, waard om op de gevoelige plaat voor latere generaties bewaard te blijven!
Wij voelen ons opgelucht bij de gedachte, dat dit soort mensen ons volk niet langer te schande maken kan.
Overal in de stad is de zuivering van schadelijke elementen in volle gang en geregeld worden gevangen genomen Duitse soldaten naar de kazernes gebracht en daar opgesloten. De handen omhoog -ditmaal niet ten Hitlergroet geheven- gedwee sjokkend -ditmaal niet in stram militarisme- lopen zij tussen hun bewakers voort. De oorlog, door hen zo overmoedig uitgelokt, is voor hen ten einde. De burgerij slaat dit schouwspel, minachtend, doch in waardige houding, gade.

Het vuur is nu vrijwel overal gestuit; toch is vandaag, het laatst gespaard gebleven kerkgebouw in het oude stadsgedeelte, n.l. de Dominicanenkerk, gedeeltelijk in vlammen opgegaan, alleen de toren is vrijwel onbeschadigd en fier wijst deze enige spits -die ons nog doet denken aan "Nijmegen-Torenstad"- omhoog, als symbool van een welgeslagen en misschien zelfs wankelend Noviomagum, dat echter beter en schoner uit zijn as zal herrijzen!

"Den Vaderlant ghetrouwe…."

We horen van een nieuwe Duitse schanddaad:
De oude heer Reichert, tijdens de bezetting meer bekend onder de naam Vrijn (Vrij Nederland), is door de "Gestapo" in zijn eigen huis neergeschoten, omdat hij weigerde zijn zoon en zijn medewerkers aan de Duitse bandieten te verraden. Eerbiedig gedenken we dezen altijd paraten werker voor de vrijheid, die met de dood voor ogen toch trouw bleef aan de Nederlandse zaak. In hem willen wij allen eren, die vielen in de strijd van de "Ondergrondse"….
Aan de graven van hen, die hun jonge levens offerden voor hun vaderland, staan wij een ogenblik stil; op de plaats waar zij vielen, hebben zij hun graf gevonden. Wij buigen onze hoofden….
Ook vele Duitse soldaten liggen hier begraven; de dood heeft alle vijandschap weggenomen.

Voor velen volgt na deze angstige dagen een blij weerzien, voor anderen helaas teleurstelling en droefheid….
Ondanks het leed, dat over velen van ons gekomen is, beleven we nu weer de ongekende vreugdevolle sensatie van vrij te zijn!
Op de gezichten van onze stadsgenoten staan blijmoedigheid en dankbaarheid te lezen; het is nu nog een tasten naar het nieuwe, dat spoedig zal veranderen in het besef dat een andere, een beter, leven is ingeluid!

Vrijdag 22 september 1944

Ondanks de nog steeds overal neersuizende granaten, wordt het zuiveringswerk door de O.D.-ers en leden van de landelijke organisatie energiek voortgezet. Er wordt orde geschapen in de chaos, die onze stad gedurende de voorbije dagen allerwegen bood. De Luchtbeschermingsdienst en de brandweer zijn paraat om iedere opnieuw oplaaiende brand in de kiem te smoren. Om besmettingsgevaar te voorkomen, worden de lichamen der gevallenen zo spoedig mogelijk naar garage Moll aan de St. Annastraat vervoerd en aldaar opgebaard, of tijdelijk op de plaats zelf te begraven. Hier past een woord van hulde en erkenning aan de leden van het Rode Kruis en van de Geneeskundige Dienst van de L.B.D. e.a., die dit zo moeilijke en gevaarlijke werk, vol opofferingszin verrichten. De glasschade is allerwege enorm. Een mooi gebaar is het van de O.D. om de geweldige voorraad carton, die door de moffen in de Machinefabriek aan de Voorstadslaan is achtergelaten, gratis ter beschikking te stellen aan de Nijmeegse burgerij. Dat hiervan een dankbaar gebruik wordt gemaakt, behoeft wel geen betoog en onze stad krijgt zo langzamerhand het aanzien als was zij uit planken en karton opgetrokken.

Aan de Meisjes-H.B.S., het centrale gebouw voor alle aangelegenheden de getroffenen, is het een drukte van belang. De "blauwe" meisjes van de "U.V.V." (Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers) -reeds voor de bevrijding in Engeland opgeleid- staan daar, naast de als herboren jongens van Baden-Powell, gereed om de nood van zovelen te lenigen.
Snel en afdoende wordt aan de getroffenen de eerste materiele hulp verleend.

Over onze straten en singels razen in een onafgebroken stroom de tanks en ander zwaar oorlogsmaterieel voorbij.
Aan de Waal wordt door de "Royal Engeneers" koortsachtig gewerkt aan het leggen van een pontonbrug, dia, als de Waalbrug eventueel uit zal vallen, onmiddellijk in gebruik zal worden genomen. Vanuit de stellingen langs de kade steken tientallen lopen van het afweergeschut dreigend omhoog, gereed om iederen Duitse luchtpiraat, die zich mocht vertonen, naar beneden te halen. De overal in de stad aangeplakte Proclamatie van H.M. de Koningin en de Boodschap van Generaal Dwight Eisenhower worden vol belangstelling gelezen en besproken. Zij werken bemoedigend op de 4,5 jaar lang betrapte en geknechte bevolking. Als een man scharen wij ons weer achter het wettig Staatsbestuur, wiens taak tijdelijk door het militair Gezag zal worden waargenomen. Deze instantie, die de schakel vormt tussen den geallieerden Opperbevelhebber en het Nederlandse volk, begint haar zware taak en de eerste bekendmakingen zijn vandaag verschenen. Het doet ons goed te bemerken, dat de openbare orde en ook ons aller belang nu weer volgend de regels van recht en vrijheid gehandhaafd en behartigd zullen worden.

De boeien verbroken….!

De eerste bevrijdingsnummers van onze dagbladen worden met gejuich begroet en gretig gelezen. Moge de Nijmeegse pers, in eendrachtige samenwerking en met respectering van de wederzijdse beginselen, veel bijdragen tot de opbouw en de bloei van onze stad!

Zaterdag 23 september 1944

Bijna een week is nu verstreken sinds het begin van de strijdhandelingen om Nijmegen en nog smeulen allerwegen de resten van wat eens deel uitmaakte der eens zo prachtige Keizer Karel-stad. Een oorverdovende slag, ver in de omtrek hoorbaar, wijst op een nieuwe verschrikking: Een op het Marienburgplein gestationeerde "Duck" is in brand geraakt. Ondanks alle verwoede pogingen om het vuur te blussen, wordt de lading munitie door de vlammen aangetast en de lucht davert van de opeenvolgende explosies. Lange tijd houdt het tumult aan en tot overmaat van ramp breekt opnieuw een omvangrijke brand uit, doordat het agentschap van de Ned. Bank en het daar tegenover gelegen huizenblok vlam vatten. De dood eist ook hier zijn slachtoffers….

In de namiddag doet het gerucht de ronde, dat de Duitsers vandaag zullen bombarderen. Opnieuw staat bij velen angst en spanning op de gezichten en talloze gezinnen verlaten, met medeneming van het hoogst noodzakelijke, in allerijl de stad. Van een bombardement is natuurlijk geen sprake!
Maar de misdadige elementen, die dit leugenbericht rond gestrooid hebben, kunnen tevreden zijn: zij hebben succes gehad! Weer blijkt ons duidelijk welk een fatale uitwerking dit verfoeilijke immorele wapen kan hebben.

Zo eindigt deze onvergetelijke week, waarin onnoemelijk veel geleden werd door duizenden, maar….waarin de Vrijheid tot ons kwam!

Na de bevrijdingsweek

De heroïsche strijd om Nijmegen was gestreden! De eens zo prachtige, trotse Waalstad bloedde uit vele wonden en de voor de vrijheid gebrachte offers waren talrijk en groot.
Op dinsdag 26 september werd de stad andermaal in opschudding gebracht door het, door brand- en brisantbommen, in vlammen opgaan van meerdere huizenrijen in het toch al zo geteisterde stadscentrum.
Nog vele maanden belaagden de Duitsers onze stad met hun granaatvuur; 's avonds zochten de geweldige schijnwerpers de hemel af naar vijandelijke vliegtuigen, die steeds opnieuw weer poogden de majestueuze Waalbrug te vernietigen, echter zonder succes en dag in dag uit rolden tank na tank, colonne na colonne over haar brede rug. Helaas….liep het niet zo gunstig af met de spoorbrug, waarvan 14 dagen na de bevrijding een der noodpijlers onder dekking van het nachtelijk duister, door zwemmende Duitsers werd opgeblazen.
Toch zou onze zwaar beproefde stad nog meer te verduren krijgen: het angstaanjagende geronk van het afschuwelijke vergeldingsmonster - de V. I - deed menigeen weer in de schuilkelders vluchten.

De droeve gebeurtenis van 2 oktober zullen de bewoners van de zeeheldenbuurt wel nooit vergeten. Daar het nog steeds noodzakelijk was om des nachts in de schuilkelders te verblijven, waren ook deze avond weer velen naar de hun vertrouwde kelder van de Kapokfabriek aan de Ruijterstraat getogen; het zou hun ongeluksnacht worden. De fabriek werd door een voltreffer geraakt en stortte boven de hoofden der ongelukkigen ineen, hen onder het puin bedelvend. Met man en macht werd met het reddingswerk begonnen en na 2 dagen moeizaam zwoegen konden de ontzielde lichamen van 87 Nijmegenaren geborgen worden….

Het normale leven weer op gang!

De verschillende overheidsdiensten hervatten weer hun taak en troffen de nodige maatregelen om het normale leven zoveel mogelijk doorgang te doen vinden.
De vroeger in het nu grotendeels verwoeste stadhuis ondergebrachte gemeente-instanties begonnen hun werk in de "St. Annastichting".
Daar het oude politiebureau op 26 september geheel uitgebrand was, verhuisde het politieapparaat naar het O.B. Gasthuis aan de Molenstraat.
De Twentse Bank, nog kort geleden omgebouwd tot het voor de burgerij zo ideaal ingerichte "distributiepaleis" werd in de oorlogsdagen zodanig door het vuur beschadigd, dat naar een ander geschikt, centraal gelegen pand moest worden omgezien. Daar men hier niet in slaagde, werd de dienst tijdelijk in het parochiehuis aan de Akkerlaan ondergebracht.
Op 25 september hervatte ook het Gewestelijk Arbeidsbureau onder Nederlandse leiding en met Nederlands personeel zijn werkzaamheden. Wij zijn er van overtuigd, dat deze zo nuttige instelling weer spoedig het vertrouwen van werkgever en werknemer zal herwinnen.
Op 23 November herstelde "Tante Pos" haar locale postverbinding, zij het dan ook op kleine schaal.

terug

Reactie 1:

Dick Jacobs, 07-08-2019: Aanvulling op 'Het normale leven weer op gang': Het politiebureau werd alleen gevestigd in de -aan de Molenstraat grenzende- voorbouw van het Oud Burgeren Gasthuis.
Achter deze voorbouw bevonden zich twee paviljoens; het linker bestemd voor vrouwen en het rechter voor mannen (een echtpaar werd dus gescheiden). In het vrouwenpaviljoen ben ik verschillende keren geweest. Mijn opoe van vaders kant zat op de z.g. 'zwakkenzaal', twee van haar zussen waren op kamers elders in het gebouw ondergebracht.
Reactie 2:

Gerard Centen, 08-09-2020: Als ik het stukje de rollen omgekeerd lees dan zie ik die klootzakken van de O-D (orde dienst) weer onterechte handelingen verrichten met meisjes die met Duitse soldaten een verhouding of vriendschap hadden gehad. Die werden de straat op geschopt en kaal geknipt, vaak nog onder dreiging van een gericht wapen.
Maar dat leidde niet bij iedereen in de Wolfskuil tot leedvermaak, wel tot knokpartijen met bewoners die het voor die meiden opnamen. Want later toen de haren weer waren aangegroeid, gingen die dames weer lekker met Canadezen stappen, en de O-D had toen het nakijken, en konden het geweer gaan poetsen.
Zo hard kan de oorlog zijn, ik weet het want ik ben 85 jaar.
Reactie 3:

J.W. Snijders, 30-08-2024: In de Platenmakersstraat worden op maandag 18 september 1944 een aantal huizen in brand gezet door SS-soldaten. De winkel van Jan Bijl, kruidenier, wordt door SS'ers in de brand gezet. Voorafgaand daaraan heeft zijn vrouw moeten smeken bij de SS'ers om het pand te mogen verlaten. Met niet meer dan een setje kleren en enige sieraden mochten zij het pand verlaten. Zij zijn opgevangen door de familie Brinkhoff, zij hadden een slagerij verderop in de straat.

In boeken over de dagen na 17 september wordt hier niet of nauwelijks over geschreven.

REAGEER:

Uw aanvullingen of opmerkingen zijn welkom!
Met dit formulier kunt u (nog) geen foto's versturen. Gebruik daarvoor uw e-mailprogramma.
Opmaak kan wel, bv <b>Vet</b> of <i>cursief</i> geeft Vet of cursief.